V2 - woensdag 10 februari

1 / 20
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Heute
- Grammatik: Präsens + Partizip
- Quizlet + Vorbereitung Prüfung
- Hausaufgaben 

Slide 2 - Slide

Vervoegen van werkwoorden
in het Duits (in de tt)

Slide 3 - Mind map

Aufgabe 10
Via het digitaal lesmateriaal 
timer
5:00

Slide 4 - Slide

Präsens (tegenwoordige tijd)
A.) Regelmatige werkwoorden:
1. Hoofdregel 
2. Uitzondering: -sisklank
3. Uitzondering: -d/-t

B.) Onregelmatige werkwoorden:
haben, sein, werden + modale hulpwerkwoorden

Slide 5 - Slide

Regelmatige werkwoorden
ich
du
er/sie/es/man

wir
ihr
sie/Sie
mache
machst
macht

machen
macht
machen
boxe
boxt
boxt

boxen
boxt
boxen
arbeite
arbeitest
arbeitet

arbeiten
arbeitet
arbeiten
1. machen
2. boxen
3. arbeiten
öffnen (openen), atmen (ademen), rechnen (rekenen), regenen (regenen),  zeichnen (tekenen)

Slide 6 - Slide

Onregelmatige werkwoorden
ich
du
er/sie/es/man

wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat

haben
habt
haben
bin
bist
ist

sind
seid
sind
werde
wirst
wird

werden
werdet
werden
+ modale hulpwerwoorden

dürfen, können, mögen, müssen, sollen, wollen, wissen (möchten)
haben
sein
werden
worden/zullen
zijn
hebben

Slide 7 - Slide

Wann ___ (machen) wir diese Aufgabe?

Slide 8 - Open question

Wie ____ (heißen) du?

Slide 9 - Open question

Wovon ___ (reden) ihr eigentlich?

Slide 10 - Open question

Warum ___ (öffnen) er das Fenster?

Slide 11 - Open question

Partizip (voltooid deelwoord)
A.) Regelmatige werkwoorden:
1. Hoofdregel 
2. Uitzondering: -d/-t
3. Uitzondering: be- of ver-
4. Uitonzdering: -ieren

B.) Onregelmatige werkwoorden:
haben, sein, werden + modale hulpwerkwoorden

+ een t.t. van haben of sein = Perfekt

Slide 12 - Slide

Regelmatige werkwoorden - Partizip
1. Hoofdregel
ge + stam + t : gemacht

2. -d/-t (+öffnen, atmen, regnen, rechnen, zeichnen)
ge + stam + et : gearbeitet

3. be- of ver-
 
stam + t: besucht

4.  - ieren
stam + t : studiert

Slide 13 - Slide

Onegelmatige werkwoorden - Partizip
Moet je gewoon leren

haben: gehabt
sein:  gewesen
werden: geworden 

Slide 14 - Slide

Warum hast du das ___ (machen)

Slide 15 - Open question

Wir haben gestern ___ (tranieren)

Slide 16 - Open question

Wir haben sie ___ (besuchen)

Slide 17 - Open question

Er hat das Fenster ___ (öffnen)

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Link

Hausaufgaben
Morgen Prüfung!!!

Aufgaben 11 + 12 nach den Ferien


Slide 20 - Slide