Les 11- M3- wk 41

• Duits
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Guten Tag!

Was machen wir heute

Leesvaardigheden- Strategien -focus op woordenboek-gebruik, signaalwoorden

Wortschatzaufgaben im Buch

Leesvaardigheid 

Aanpak van leesvaardigheid.

Zusammenfassung 

Wat hebben we tot nu geleerd?

1. Wat is stap 1?

2. Wat is stap 2?

3. Wat is stap 3?

1. heb pen, markeerstift, potlood, woordenboek bij de hand

2. lees de vraag- maar bij ABCD vragen niet de antwoorden! anders "vul" je in=> dat lijdt tot een foute antwoord

3.bekijk de titel & plaatjes, lees de eerste alinea=> wat is de Grote lijn? waarover gaat het?

Leesstrategieën in kort!

kijken naar plaatjes/titels/tussenkopjes. 

Waar gaat de tekst over?

Lees de vragen en de antwoorden

Ga gericht lezen

Streep foute antwoorden weg

Geef antwoord

Het gebruik van een woordenboek

Kijk mee!

Kijk naar het filmpje en let goed op...

Er volgen zo meteen vragen over de inhoud van het filmpje.

1. Welk van de onderstaande woorden vind ik WEL in het woordenboek?

1. afkortingen
2. verkleinwoord
3. zelfstandig naamwoord - enkelvoud
4. zelfstandig naamwoord - meervoud

2. De dame in het filmpje heeft het over de infinitief van een werkwoord. Wat is een infinitief eigenlijk?

1. vervoeging
2. de stam van een werkwoord
3. de ik-vorm
4. het hele werkwoord

3. Er wordt steeds gesproken over de context. Wat is de context?

1. betekenis
2. samenhang
3. verband
4. achtergrond

4. Welke van de volgende woorden is GEEN signaalwoord?

1. oder
2. doch
3. aber
4. mit

Signaalwoorden

Een signaalwoord is een verbindingswoord.

Wat is de vertaling van de volgende signaalwoorden?

6. also

1. dus
2. want
3. daarom
4. of

7. heute

1. nu
2. vandaag
3. vroeger
4. later

8. zum Beispiel

9. aber

10. weil

meestgebruikte signaalwoorden 

Bekijkt  blz. 2 & 3 in het hand-out.

Deze moeten tot en met de examens bekend zijn.

Wij oefenen eerst met een Nederlandse tekst en dan met een Duitse tekst.

Tot zover de signaalwoorden.

Nu verder met de werkwoorden.

Wat is de infinitief van het werkwoord in de zin?

De infinitief is het hele werkwoord.

11. Die Parkzeit ist unbegrenzt.

1. ist
2. sein
3. sind

12. Ein kostenfreies Parkticket gilt 10 Minuten.

1. gilt
2. gilten
3. gelten

15. Er macht die Menschen neugierig.

Dat was de infinitief.

Dan gaan we verder met de zelfstandige naamwoorden.

Zoek de vertaling van de volgende woorden op in het woordenboek.

16. Ausland
Schrijf betekenis nummer 1 op.

17. Verwaltung
Schrijf betekenis nummer 1 op.

18. Parkschein
Welk lidwoord staat ervoor?

19. Absatz
Wat is de betekenis van dit woord als het gaat over het thema leesvaardigheid?

21. Berufswechsel

Aufgabe 

Geef van elke bewering over het café van Uschi Reents aan of deze wel of niet overeenkomt met de tekst.

Het café

1. had dit jaar het hoogste aantal bezoekers ooit.

2. viert dit jaar een jubileum

3. is pas heropend na een grondige verbouwing

4. wordt alleen op verzoek geopend. 

Geef aan welke bewering(en) over het café van Uschi Reents overeenkomt met de tekst.
Het café

1. had dit jaar het hoogste aantal bezoekers ooit
2. viert dit jaar een jubileum
3. is pas heropend na een grondige verbouwing
4. wordt alleen op verzoek geopend

Aufgabe 2

Geef van elk van de volgende beweringen aan of deze wel of niet overeenkomt met de tekst.

1. De Duitse regering geeft subsidie op elektrische auto's

2. Duitsland en Japan hebben afspraken gemaakt over gezamenlijk onderzoek

3. Japan is erg ver in het onderzoek naar accu's.

4. Er komt meer samenwerking tussen Duitse autofabrikanten

Geef aan welke van de volgende bewering(en) overeenkomt met de tekst.

1. De Duitse regering geeft subsidie op elektrische auto's
2. Duitsland en Japan hebben afspraken
3. Japan is erg ver in het onderzoek naar accu's.
4. Er komt meer samenwerking tussen Duitse autofabrikanten

Aufgabe 3

Was macht der 3. Absatz über die Currywurst deutlich?

Die Currywurst 

A. bekommt immer stärkere Konkurrenz, auch aus dem Ausland

B. gibt es mittlerweile auch als 'Light'-Variante

C. ist ein starkes Produkt, das bei vielen Menschen beliebt ist

D. wird immer öfter in Restaurants, immer weniger auf der Straße angeboten

Was macht der 3. Absatz über die Currywurst deutlich?
Die Currywurst

1. bekommt immer stärkere Konkurrenz, auch aus dem Ausland
2. gibt es mittlerweile auch als 'Light'-Vari
3. ist ein starkes Produkt, das bei vielen Menschen beliebt ist
4. wird immer öfter in Restaurants, immer weniger auf der Straße angeboten

Aufgabe 4

Was geht aus der Einleitung und dem 1. Absatz hervor?

1. Beim Goldsuchen gibt es neue Methoden
2. Das Interesse am Goldsuchen hat zugenommen
3. Es ist schwierig, jemandem die Goldwaschkunst beizubringen
4. Gold aus Deutschland ist besonders wertvoll

Aufgabe 5

Een vereniging van Duitse artsen wil een fietshelmplicht voor iedereen tot 18 jaar. 

Wie kunnen er, volgens deze vereniging, nog meer voor zorgen dat kinderen en jongeren een fietshelm gaan dragen?

Noem twee groepen mensen.

Beantwoord deze vraag in het Nederlands

Een vereniging van Duitse artsen wil een fietshelmplicht voor iedereen tot 18 jaar.
Wie kunnen er, volgens deze vereniging, nog meer voor zorgen dat kinderen en jongeren een fietshelm gaan dragen?
Noem twee groepen mensen.
Beantwoord deze vraag in het Nederlands

Aufgabe 6

Een school maakt gebruik van het aanbod van 'IC-Gruppenreisen' voor een reis naar het Duitse eiland Ummanz.

Bij het reisgezelschap van 15 personen sluit zich uiteindelijk nog een extra leerling aan. 

Wat gebeurt er hierdoor met de totaalprijs van de schoolreis?

Beantwoord deze vraag in het Nederlands 

Aufgabe 7

In welke jaargetijde is er op Ummanz iets unieks te zien?

A in de lente 

B in de zomer 

C in de herfst 

D in de winter

Een school maakt gebruik van het aanbod van 'IC-Gruppenreisen' voor een reis naar het Duitse eiland Ummanz.
Bij het reisgezelschap van 15 personen sluit zich uiteindelijk nog een extra leerling aan.
Wat gebeurt er hierdoor met de totaalprijs van de schoolreis?
Beantwoord deze vraag in het Nederlands

In welke jaargetijde is er op Ummanz iets unieks te zien?

1. in de lente
2. in de zomer
3. in de herfst
4. in de winter

Aufgabe 8

Vertaal de onderstreepte woorden en geef aan welke functie de signaal woorden hebben.

doch 

zum Beispiel

und

Weil

oder 

dann

auch

wenn

Welke functie heeft ''doch'' in de tekst?

1. tegenstelling
2. uitbreiding
3. voorbeeld
4. benadrukking

Welke functie heeft ''zum Beispiel'' in de tekst?

1. bevestiging
2. voorwaarde
3. voorbeeld
4. opsomming

Welke functie heeft ''und'' in de tekst?

1. uitbereiding
2. opsomming
3. voorwaarde
4. tegenstelling

Welke functie heeft ''Weil'' in de tekst?

1. tijd
2. tegenstelling
3. benadrukking
4. argumentatie

Welke functie heeft ''oder'' in de tekst?

1. benadrukking
2. bevestiging
3. tegenstelling
4. argumentatie

Welke functie heeft ''dann'' in de tekst?

1. tegenstelling
2. opsomming
3. uitbereiding
4. tijd

Welke functie heeft ''auch'' in de tekst?

1. uitbreiding
2. opsomming
3. tegenstelling
4. voorbeeld

Welke functie heeft ''wenn'' in de tekst?

1. voorwaarde
2. tijd
3. tegenstelling
4. bevestiging