Quoi (Wat)? Omschrijf je eigen uiterlijk (kleding, haar, ogen, etc.)
Comment (Hoe)? Schrijf het ergens op, dan kan je het later voorlezen.
Aide (Hulp)? Boek op blz. 70, contexto reverso of ik.
Résultat (Uitkomst)? Je kunt jezelf (fysiek) omschrijven.
Temps (Tijd)? 7min
Fini (Klaar)? Omschrijf iemand anders.