Les - toets vragen

• Zwemmen
• MBO
• Studiejaar 1

Toets 

Voorbereiding

Het imago van een lifeguard is:

1. Aandachtig
2. Kennis
3. Alert
4. Alle drie

Aandachtig: 

Zorg dat je altijd je zone goed in de gaten houdt / geen afleiding. 

Alert

Onderhoud je eigen vaardigheden / adequaat reageren 

Kennis 

Ken de regels en houd je daaraan. 

Noem twee aspecten die kunnen bepalen hoe goed de drenkeling herstelt:

- Fysieke conditie 

- Of hij bewusteloos is geweest voordat de reanimatie gestart wordt. 

- Temperatuur van het water 

- Tijd tot dat hij gered wordt. 

1. Verassing 

2. Onvrijwillig adem inhouden 

3. Bewusteloosheid

4. Stuiptrekkingen door zuurstof gebrek 

5. klinisch dood 

Het verdrinkingsproces bestaat uit vijf stadia
Welke vijf zijn dat?
1. Verassing
2. .........

1. Verassing 

2. Onvrijwillig adem inhouden 

3. Bewusteloosheid

4. Stuiptrekkingen door zuurstof gebrek 

5. klinisch dood 

Hoofd in de nek

1. Verassing
2. Bewusteloosheid
3. Onvrijwillig adem inhouden
4. Stuiptrekkingen

Verassing

- Verticale of diagonale positie 

- Weinig of geen beenbewegingen 

- armen aan het wateroppervlak : willekeurige grijpbewegingen 

- hoofd in de nek. 

- Drenkeling kan geluid maken (krijgen van lucht / hulp vragen)

De pupillen van de drenkeling worden wijder.

1. Onvrijwillig adem inhouden
2. Stuiptrekkingen door zuurstof gebrek.
3. Bewusteloosheid
4. Klinische dood

Klinische dood 

- De huid, vooral de lippen en de nagelriemen worden blauw: door gebrek aan zuurstof. 

- De pupillen van de drenkeling worden wijder. 

- Er is geen circulatie. 

- De drenkeling ademt niet meer. 

10 Seconde =
20 seconde =
60 seconde =
3 minuten =
4 minuten =
6 minuten =

Tijdsindeling 

10 Seconde = Verdrinking begint

20 seconde = Drenkeling verdwijnt onderwater

60 seconde = Drenkeling raakt buiten bewustzijn

3 minuten = Hart stopt met kloppen

4 minuten = hersenbeschadiging

6 minuten = Waarschijnlijk overleden

Je hebt drie manieren van te water gaan:

Voorzichtig te water gaan 

Schredesprong 

Startsprong 

(Hoekduik)

Wat bedoelen we met de 10-20 regel?

10-20 regel: 

- 10 seconde om te scannen. 

- 10 seconde om te herkennen of er een SO is. 

- 20 seconde om bij een eventueel SO te komen. 

Welke scantechniek:
Onder, aan en om het wateroppervlak

1. 3D scantechniek
2. Tellen
3. Groeperen
4. Profileren

Er schreeuwt iemand om hulp in midden van het zwembad. Hij zwaait met zijn handen en roept om hulp. Hij geeft aan dat hij is gevallen en een wond heeft op zijn been. Wat doe jij?

Een jongen duikt van het startblok maar raakt met zijn hoofd de kant. Hij blijft stil in het water liggen. Wat doe jij?

In het zwembad maken we gebruik van hulpmiddelen. Welke vier kennen we?

Welke bevrijdingsgrepen hebben we?

Bevrijdingsgreep

Dubbele polsgreep 

Vervoersgreep

Oksel / schoudergreep 

Bevrijdingsgreep 

Achterwaartse ontklemming

vervoersgreep

Kopgreep 

Voorwaartse ontklemming

Combi

Dubbele polsgreep 

+ 

Polsgreep / schoudergreep

Bevrijdingsgreep 

Achterwaartse omklemming

+ 

Kopgreep 

Combi

Dubbele polsgreep 

+

Kopgreep