This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
4.3 Globale grafieken
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je leert wat een globale grafiek is;
Je leert wat het verband is dat bij een grafiek hoort;
Je leert wat stijgende, dalende en constante delen van een grafiek zijn.
Slide 2 - Slide
Wat zijn de coördinaten van F?
A
F(6,5, 5)
B
F(6,5; 5)
C
F(5, 6,5)
D
F(5; 6,5)
Slide 3 - Quiz
Welke punten zijn geen roosterpunten?
A
B, F, G
B
B, C, G
C
A, C, D, E
D
F, G
Slide 4 - Quiz
Heb je de vorige paragraaf begrepen?
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
VERBAND
Het verband tussen de tijd van het branden van de kaars en de hoogte van de kaars.
Slide 8 - Slide
GLOBALE GRAFIEK
De piramidevormige en kegelvormige kaars is bovenin smal en brandt dus eerst snel op De kaars wordt naar beneden toe steeds dikker en gaat daardoor steeds langzamer branden
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Welke grafiek hoort bij Niek?
Slide 11 - Open question
13b. Leg uit dat de linker grafiek bij Fay hoort.
Slide 12 - Open question
Over welk verband gaat deze grafiek?
Slide 13 - Open question
Wat betekenen de constante stukken?
Slide 14 - Open question
Hoeveel stijgende stukken zie je in de grafiek?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 15 - Quiz
Hoe vaak stijgt de grafiek?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 16 - Quiz
Hoe vaak daalt de grafiek?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 17 - Quiz
Hoe vaak is de grafiek constant?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 18 - Quiz
Aan welke stukken in de grafiek kun je zien dat het ijs aan het smelten was?
Slide 19 - Open question
A
Grafiek 1 hoort bij een fietstocht naar school. Je stopt onderweg even.
B
Grafiek 1 hoort bij een fietstocht naar school. Onderweg stop je niet.
Slide 20 - Quiz
A
Grafiek 2 hoort bij een fietstocht naar school. Je stopt onderweg even.
B
Grafiek 2 hoort bij een fietstocht naar school. Onderweg stop je niet.