21 mei

21 mei
nieuwe leerwoorden
Nieuwsbegrip: toets vragen
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

21 mei
nieuwe leerwoorden
Nieuwsbegrip: toets vragen

Slide 1 - Slide

De lessen variëren per lesperiode.
Variëren =
A
hetzelfde blijven
B
veranderen
C
wisselen
D
weet niet

Slide 2 - Quiz

Het cijfer voor de toets is definitief.
definitief =
A
kan niet meer veranderen
B
veranderbaar
C
onveranderbaar
D
weet niet

Slide 3 - Quiz

Met een geringe hoeveelheid suiker maak je de pudding zoet.
gering=
A
grote hoeveelheid
B
kleine hoeveelheid
C
gemiddelde hoeveelheid
D
weet niet

Slide 4 - Quiz

Van mijn stagebegeleider moest ik de tafels grondig schoonmaken.
grondig=
A
een beetje
B
zorgvuldig
C
onzorgvuldig
D
weet niet

Slide 5 - Quiz

Ik besefte ineens dat ik de afspraak bij de tandarts ben vergeten.
beseffen=
A
weten
B
begrijpen
C
ontdekken
D
weet niet

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

it's learning inleverpunt
Toetsvragen.
In toetsen komen verschillende soorten vragen voor.
Je leert welke vragen in een toets staan.
Je leert de vragen te herkennen.

Slide 15 - Slide