1.3 Je inkomsten en uitgaven

• Economie
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 3

Startopdracht

Check in duo's:

1. Maak zelfstandig de volgende opdracht
2. Check je antwoord bij de persoon naast je
3. Kom samen tot de juiste uitkomst

Vandaag

• Terugblik: §1.2 Hoe word je beïnvloed? (10min)
• Hoeveel procent is het? (10min)
• §1.3 Je inkomsten en uitgaven (10min)
• Zelfstandig werken (30min)
  
• Afsluiting (5min)

Hoeveel procent is het?

Paragraaf 1.3 Je inkomsten en uitgaven

• Het op elkaar afstemmen van je inkomsten en uitgaven noem je budgetteren.

• Een overzicht van je verwachte inkomsten en verwachte uitgaven voor de komende periode noem je een begroting.

Verschillende soorten inkomens

• ...
• ...
• ... 

Waar gaat je geld naartoe?

• Dagelijkse uitgaven of huishoudelijke uitgaven: je alledaagse uitgaven.
• Vaste lasten: uitgaven met een vaste regelmaat, je moet ze bijvoorbeeld elke maand betalen.
• Incidentele uitgaven: grotere uitgaven die je niet zo vaak doet.

Aan de slag

Maak opdracht 1 t/m 7 van paragraaf 1.3 Je inkomsten en uitgaven

Geld opzijzetten

Aan de slag

Wat? Maak alle opdrachten van paragraaf 1.3 Je inkomsten en uitgaven

Hoe? In je schrift, eerste 10 minuten zelfstandig stil

Hulp? Ga door naar de volgende vraag, wacht tot ik langs kom

Tijd? Ongeveer 30 minuten

Uitkomst? Controleer je antwoorden en check of je de leerdoelen hebt gehaald

Klaar? Maak de herhalingsopdrachten of plusopdrachten

Huiswerk

Voor de eerst volgende les:

1. Maak alle opdrachten van paragraaf 1.3 Je inkomsten en uitgaven
2. Kijk je antwoorden na (Magister)
3. Controleer of je de leerdoelen hebt gehaald
4. Maak de herhalings- of plusopdrachten