What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Adjectif et Adverbe
Adjectif et adverbe
1 / 21
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
This lesson contains
21 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Adjectif et adverbe
Slide 1 - Slide
Even checken ..
Slide 2 - Slide
Lotte est une fille ....
A
sportif
B
sportife
C
sportiv
D
sportive
Slide 3 - Quiz
Lupin est ....
A
un français série
B
une française série
C
une série française
D
une série française
Slide 4 - Quiz
Mettez au féminin (singulier):
beau
Slide 5 - Open question
Mettez au féminin (singulier):
premier
Slide 6 - Open question
Quelle est la différence
entre un adjectif et
un adverbe?
Slide 7 - Mind map
L'adjectif: zegt iets over een zn
Un
bon
footballeur
Une fille
sympathique
Slide 8 - Slide
L'adverbe (het bijwoord)
.. zegt iets over een
werkwoord
bijvoeglijk naamwoord
ander bijwoord
Slide 9 - Slide
Werkwoord
:
Il joue
bien
Bijvoeglijk naamwoord
:
Il est un
très
bon joueur
Ander bijwoord
:
Il joue
vraiment
bien
Slide 10 - Slide
"Vitesse est un BON club"
"Bon" is een ..
A
bijvoeglijk naamwoord
B
bijwoord
Slide 11 - Quiz
"Ajax est un TRÈS bon club"
"Très" is een..
A
bijvoeglijk naamwoord
B
bijwoord
Slide 12 - Quiz
Madame Beumer est un grand fan d'Ajax. "Grand" is een..
A
bijvoeglijk naamwoord
B
bijwoord
Slide 13 - Quiz
A Nice on parle rarement de Marseille. "Rarement" is een..
A
bijvoeglijk naamwoord
B
bijwoord
Slide 14 - Quiz
Vorming van het adverbe
Eindigt het bijvoeglijk naamwoord al op een klinker (a, e, i, o, u), dan plak je “ment” erachter om er een bijwoord van te maken:
absoluut = absolu > absolu
ment
verschrikkelijk = terrible > terrible
ment
echt = vrai > vrai
ment
Slide 15 - Slide
Vorming
Eindigt het bijvoeglijk naamwoord niet op een klinker, maar op een medeklinker:
1. Maak het bijvoeglijk naamwoord vrouwelijk: seul > seule, heureux > heureuse
2. Plak er dan + ment achter : seulement, heureusement
Slide 16 - Slide
Vorming
Eindigt het bijvoeglijk naamwoord zelf al op –ent of –ant?
Dan verander je die uitgangen in –emment / -amment om er een bijwoord van te maken:
patient > patiemment
constant > constamment
Slide 17 - Slide
Onregelmatige vormen
bon bien (goed, lekker)
meilleur mieux (beter)
mauvais mal (slecht)
gentil gentiment (aardig)
long longuement, longtemps (lang)
rapide rapidement, vite (snel)
Slide 18 - Slide
Adverbe ou pas ?
Je suis ..
A
calme
B
calmement
Slide 19 - Quiz
Adverbe ou pas ?
Elle travaille ..
A
meilleur
B
mieux
Slide 20 - Quiz
Adverbe ou pas ?
Elle parle ..
A
doux
B
doucement
Slide 21 - Quiz
More lessons like this
Adjectif et Adverbe
January 2024
- Lesson with
35 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Adjectif et Adverbe
May 2024
- Lesson with
18 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Adjectif et Adverbe
February 2023
- Lesson with
30 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Adjectif et Adverbe
September 2022
- Lesson with
25 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Adjectif et Adverbe oke
December 2021
- Lesson with
35 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
H4 Herhaling bijwoord
April 2024
- Lesson with
31 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Adjectif et Adverbe
January 2023
- Lesson with
26 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Adjectif et Adverbe
January 2024
- Lesson with
42 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4