This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Items in this lesson
Groen
Les 3.7; Gazonaanleg en grassoorten.
Slide 1 - Slide
Doelen
Aan het einde van de les:
weet je meer over het aanleggen van een gazon.
weet je wat de voor- en nadelen zijn van zaaien versus het leggen van zoden.
Slide 2 - Slide
Wat weet je nog van de vorige les?
Slide 3 - Mind map
Driehoeks-
verband
Recht-
verband
Verspringend-
verband
Verspreid (wild)-
verband
Slide 4 - Drag question
beter in maaien van langer gras en oneffen terrein
Ideaal voor vlakke en kort gemaaide gazons
Slaat het gras eraf
Snijdt het gras eraf
Cirkelmaaier
Messen
kooimaaier
Slide 5 - Drag question
Bouw grasspriet
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Gras in de tuin
Gras is één van de meest voorkomende planten, en heeft veel verschillende functies:
Belangrijke voedselbron; niet alleen voor dieren, maar ook voor mensen. Mensen eten namelijk de zaden van grassoorten als tarwe, rijs en mais.
In de tuin heeft gras een andere functie. Het gebruiksdoel kan zijn dat er op gespeeld wordt, voor een gezin met kleine kinderen. Of het is een siergazon.
Voor verschillende functies worden verschillende grasmengsels gebruikt. Elk mengsel bevat soorten gras met verschillende eigenschappen. Die zijn afgestemd op het gebruiksdoel en op de ligging (dus of het grasveld in de zon of in de schaduw ligt).
Slide 8 - Slide
Waarom vermeerdert het gras zich vaak niet generatief door zaden?
A
Omdat het niet tot bloei komt door het maaien
B
Omdat gras niet generatief kan vermeerderen
C
Omdat het afgemaaide gras niet blijft liggen
D
Omdat het vaak regent
Slide 9 - Quiz
Wat is het voordeel als het gras diepe wortels heeft?
A
Betere opname van voedingstoffen
B
Minder kwetsbaar voor droge periodes
C
Minder kwetsbaar voor natte periodes
D
Betere opname van lucht
Slide 10 - Quiz
De graskeuze hangt af van de ligging (zonnig of schaduw), de grondsoort waar je mee te maken hebt, en ..........
A
het jaargetijde
B
het tijdstip
C
het gebruiksdoel
D
de wens om te mulchen
Slide 11 - Quiz
Siergazon
Deze gazons hebben eerder een decoratieve functie en dienen niet om op te spelen of druk te belopen. Deze gazonmengeling bestaat uit fijne grassoorten (struis- en zwenkgrassen)
Slide 12 - Slide
Speelgazon
Dit gazontype wordt het meest gebruikt omdat men het veelvuldig mag belopen en er mag ook op gespeeld worden. Het is een mengeling van fijne en grovere grassoorten (zwenkgras, struisgras, beemdgras en raaigras)
Slide 13 - Slide
Sportgazon
Dit gazontype verdraagt zeer goed zwaar beloop en intensieve sportactiviteiten zoals voetbal. Hier bestaat de grasmengeling hoofdzakelijk uit grovere grassoorten (raaigras en timotee).
Slide 14 - Slide
Je wilt een siergazon aanleggen. Welke grassoort ga je zaaien?
A
Een mengeling van fijne grassoorten
B
Een mengeling van fijne
en grovere grassoorten
C
Een mengeling van grovere grassoorten
D
Raaigras en timotee
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Video
Voorbereiding zaaibed
Plaats van het gazon spitten (In los zand zakt het regenwater beter en kunnen wortels beter uitgroeien, wegwerken onkruid).
Daarna vlak maken (Egaliseren), omdat anders grote kuilen of ruggen blijven liggen. Dit kan met een bats en een hark.
Voordat je gaat zaaien moet de grond fijn en vast zijn. Eerst harken en daarna de grond verdichten (losse grond droogt snel uit). Verdichten kun je doen door te stampen of met een zware rol.
Daarna bovenste 2-3 centimeter van het zaaibed weer losharken.
Eventueel bemesten met kunstmest.
Slide 17 - Slide
Zaaien van gras
Voordat je gaat zaaien, bewerk je de toplaag heel licht. Dat is het bovenste gedeelte van de bodem waarin het zaad ontkiemt.
Als je met de hand zaait kun je het graszaad het beste in twee gelijke hoeveelheden verdelen. De ene helft voor het zaaien in de lengterichting en de andere helft voor het zaaien in de breedterichting. Vervolgens zaai je breedwerpig en tegen de wind in.
Als je klaar bent met zaaien, werk je het terrein af met een hark. Je werkt hierbij het zaad licht onder. Dit is ook bedoeld om te voorkomen dat het zaad bij harde wind wegwaait of wegspoelt bij een flinke regenbui.
Slide 18 - Slide
Kiemen graszaad
Slide 19 - Slide
Periode aanleg gras
Slide 20 - Slide
Spitten
Verdichten
Egaliseren
Losharken bovenste 2-3 cm
Zaaien
Slide 21 - Drag question
Om te kunnen groeien, heeft graszaad de juiste temperatuur (12-20 graden) nodig en ............
A
voldoende stikstof en vocht
B
voldoende zuurstof en licht
C
Voldoende stikstof en licht
D
voldoende zuurstof en vocht
Slide 22 - Quiz
Wanneer kun je het beste zaaien om een nieuw gazon aan te leggen?
A
Nazomer
B
Zomer
C
Winter
D
Voorjaar
Slide 23 - Quiz
Gras zaaien
6 weken er niet op lopen. Duurt even voordat het groen is.
Bij onzorgvuldig zaaien geen mooie verdeling.
Kan heel precies afgesteld worden op gebruiksdoel.
Goedkoper dan graszoden.
Gras leggen
Al na enkele dagen er op lopen. Lijkt meteen "af".
Graszoden worden onkruidvrij geleverd en zijn erg dicht
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Video
Periode aanleg rolzoden
Slide 26 - Slide
Tijdstip van sproeien
Slide 27 - Slide
Graszoden leggen
Gras zaaien
Goedkoop
Duur
6 weken er niet op lopen
Paar dagen er niet op lopen
Betere afstemming op gebruiksdoel
Na het leggen lijkt het meteen "af"
Slide 28 - Drag question
Waarom kun je het beste niet sproeien als de zon fel schijnt?
Slide 29 - Open question
Wat heb ik van deze les geleerd ?
Slide 30 - Mind map
Terug- en vooruitblik
Nu weten we meer over het aanleggen van een gazon.
Tijdens de praktijkles gaan we buiten aan de slag.
Slide 31 - Slide
Ik vond deze les ....
😒🙁😐🙂😃
Slide 32 - Poll
Zaaiperiode
Voorjaar ( half april tot eind mei)
Nazomer ( half augustus tot eind oktober)
Nazomer minder last van onkruid en graszaad kiemt snel en gelijkmatig. De meeste eenjarige onkruiden bevriezen bij de eerste nachtvorst.
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Slide
Slide 35 - Video
Bosbeemdgras
Groeit goed in de schaduw en kan goed tegen droogte.
Ruwbeemdgras
Is geschikt voor vochtige plaatsen en zware gronden