Via Vooraf thema 4 hoofdstuk 2 spelling en grammatica

Thema 4 Wonen
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Thema 4 Wonen

Slide 1 - Slide

Doel
Je kent de voorzetsels en weet wanneer en hoe je ze moet gebruiken.

Je kan het lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord en werkwoord in een zin herkennen.

Slide 2 - Slide

Voorzetsels
kastwoorden

Slide 3 - Slide

Voorzetsels
Achter
Voor
Naast
Op
Boven
In
Door
Onder
     ... de kast

Slide 4 - Slide

Voorzetsels
feestwoorden

Slide 5 - Slide

Voorzetsels
... het feest
Naar
Na
Tijdens
Bij
Op
Met
Sinds
Tot

Slide 6 - Slide

Wat is GEEN voorzetsel?
A
Op
B
In
C
De
D
Tussen

Slide 7 - Quiz

Vul in:
Mijn tante woont . . . een appartement
A
in
B
uit

Slide 8 - Quiz

Vul in:
Jouw pen ligt . . . het boek
A
over
B
naast

Slide 9 - Quiz

wel een voorzetsel
geen voorzetsel
op
met
tussen
over
tijdens
buiten
werk
onder
binnen

Slide 10 - Drag question

Ik ren naar beneden
Sleep het vinkje naar het voorzetsel

Slide 11 - Drag question

Sleep de voorzetsels naar het groene vak.
VOORZETSELS
Door
de
drukte
op
straat
botste
de 
vrouw
tegen
iemand
aan

Slide 12 - Drag question

Maken
Opdracht 1, 2 en 3 blz 115 tm 117
Herhaling THEORIE op blz 52 (lidwoord en zelstandig naamwoord), 53 (bepaald/onbepaald lidwoord), 54 (bijvoeglijk naamwoord) en 83 (werkwoord)
Opdracht 4 en 5, blz. 118 tm 120
Klaar? Studiemeter, Nederlands, Thema 4

Slide 13 - Slide

Doel behaald?
Je kent de voorzetsels en weet wanneer en hoe je ze moet gebruiken.

Je kan het lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord en werkwoord in een zin herkennen.

Slide 14 - Slide

Hoe goed heb je de les begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

wat betreft voorzetsels
moet ik nog veel oefenen
heb ik een beetje door hoe ik ze kan herkennen
weet ik goed hoe ik ze kan herkennen en gebruiken
ben ik een pro

Slide 16 - Poll

Fijne vakantie!

Slide 17 - Slide