Zwart was is de negentiende eeuw vaak een kleur van rouw. Maar de kleur is later, onder andere door Coco Chanel, óók omgetoverd tot een begerenswaardige tint: de little black dress wilde je hebben om feest in te vieren; om in te dansen. Juist in de jaren ná de Eerste Wereldoorlog. Daarvoor was ook grijs een rouwkleur, evenals paars. Maar paars was ook een kostbare, koninklijke kleur. Rood staat voor gevaar, maar ook voor liefde. Oranje is onze nationale kleur, maar het dragen ervan kon je vroeger ook de kop kosten. Zonnig geel brengt optimisme, maar wie weet nog dat dit vroeger de kleur was die straatprostituees droegen, omdat je hen dan goed kon zien in donkere steegjes en straten? Groen staat voor hoop, maar ook voor een nieuwe manier van omgaan met elkaar en het vertegenwoordigt de veranderingen in de mode-industrie: green fashion.