Herhaling H1

Welkom  
economen!
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom  
economen!

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Alle leerdoelen van par 1.1 t/m 1.4

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 1.1
Aan het einde van de les kan je:
1. Kan ik het verschil uitleggen tussen primaire en secundaire behoeften
2. Kan ik uitleggen wat het bij economie betekent als iets schaars is 
3. Kan ik uitleggen wat welvaart is en op welke manier je welvaart kan toenemen.
4. Kan ik een percentage een getal uitrekenen
 

Slide 3 - Slide

Leerdoelen 1.2
Aan het einde van de les kan je:
  • Uitleggen hoe bedrijven je proberen meer te laten kopen
  • Uitleggen hoe je verschillende soorten reclame kunt onderscheiden
  • Uitleggen dat bedrijven zich op bepaalde groepen klanten richten
  • Uitleggen hoe je soorten merken kan onderscheiden
  • Uitleggen hoe je het percentage kunt berekenen

Slide 4 - Slide

Door inflatie stijgt de koopkracht van geld
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Wat is schaarste in de economie
A
Dat zijn goederen waarvoor inpsanningen zijn geleverd
B
Het is er heel weinig van
C
Zeewater, zonlicht en wind

Slide 6 - Quiz

In de winkel zie je een leuke trui voor €35. Je krijgt 15% studentenkorting. Hoeveel moet je uiteindelijk voor de trui betalen?

Slide 7 - Open question

Wat is welvaart
A
De mate waarin men in de behoeften kan voorzien
B
Een hoog bruto-inkomen
C
Een hoog netto-inkomen
D
Het inkomen per hoofd van de bevolking

Slide 8 - Quiz

1. Ideële reclame
2. Merkreclame
3. Commerciële reclame

Slide 9 - Drag question

€65,80 = ........% van €350

Slide 10 - Open question

A-merk
B-merk
Huismerk

Slide 11 - Drag question

1. Primaire behoeften
2. Secundaire behoeften

Slide 12 - Drag question

De prijzen in de schoolkantine van een tosti zijn verhoogd van €2,15 naar €2,40.
Met hoeveel procent is de prijs verhoogd?

Slide 13 - Open question

Wat is koopkracht?
A
Hoeveel geld je hebt.
B
De hoeveelheid producten en diensten die je kunt kopen.
C
De hoeveelheid goederen die je kunt kopen.
D
Hoeveel euro's je kunt uitgeven.

Slide 14 - Quiz

                                     Marketingmix
Prijsbeleid
Plaatsbeleid

Productbeleid
Promotiebeleid

presentatiebeleid

personeelsbeleid
De winkelier verkoopt ook sportrugzakken
De sportwinkel in het centrum 
Een poster in een kledingwinkel 
Een winkelier verkoopt sommige rugzakken met korting
De winkel ziet er netjes uit. 
Alle producten staan overzichtelijk in de schappen
Alle werknemers van het bedrijf hebben dezelfde werkkleding aan. Dan zijn ze duidelijk herkenbaar voor de klanten

Slide 15 - Drag question

Door de inflatie kan ik...
A
meer besteden
B
minder besteden

Slide 16 - Quiz

Pim werkt 24 uur per week in een supermarkt. Hij verdient €12,50 per uur. Wat is zijn maandsalaris?
A
€1100
B
€1200
C
€1300
D
€1400

Slide 17 - Quiz

Wanneer er deflatie is, kan ik voor hetzelfde geld....
A
minder kopen.
B
meer kopen.

Slide 18 - Quiz

Sleep de afbeeldingen naar het bijbehorende begrip.
dagelijkse uitgaven
vaste lasten
incidentele uitgaven

Slide 19 - Drag question

Inkomen uit arbeid
Inkomen uit bezit
Overdrachtinkomsten
Hans krijgt per maand  €2500 aan salaris.
Daniëlle krijgt kinderbijslag om voor haar kind te zorgen
Kim krijgt rente over haar spaarrekening

Slide 20 - Drag question

De prijs van een boek was in 2016 € 15,00 (basisjaar) en in 2017 € 15,30. Bereken het indexcijfer van 2017.
Wat is het indexcijfer?
A
101
B
102
C
103
D
104

Slide 21 - Quiz

Wat ga je doen?

Slide 22 - Slide