1.1 voor niks gaat de zon op

Welkom bij economie!
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 36 min

Items in this lesson

Welkom bij economie!

Slide 1 - Slide

Wat betekent economie?
A
Geldkunde
B
Bezunigingskunde
C
Huishoudkunde
D
Begrotingskunde

Slide 2 - Quiz

Economie
 οἶκος    = oikos = huis
νόμος   = nomos = regel 
huishoudkunde

Economie is een wetenschap die zich bezighoudt met de keuzes die mensen maken bij de productie, consumptie en distributie van schaarse goederen en diensten.

Slide 3 - Slide

Introductieopdracht

Lees de teks op bladzijde 6

Slide 4 - Slide

Waarom is de horeca extra gevoelig voor goede of slechte tijden in de economie?

Slide 5 - Open question

Manon gebruikt het woord 'middelen'. Wat bedoelt zij daar mee?

Slide 6 - Open question

De consumptie is minder, zegt Manon. Wat bedoelt zij met 'consumptie'?

Slide 7 - Open question

Waarom krijgt Manon minder fooi als veel mensen met de pinpas betalen?

Slide 8 - Open question

1.1 voor niks gaat de zon op

Slide 9 - Slide

Productiefactoren
  • Middelen die je nodig hebt om te kunnen produceren
  • Kapitaal
  • Arbeid
  • Natuur 
  • Ondernemerschap

Slide 10 - Slide

Wat wil jij?
A
Vanmiddag 1 uur eerder vrij
B
Vanmiddag met de hele klas film kijken
C
Vanmiddag met de hele klas een ijsje eten
D
Vanmiddag gewoon les

Slide 11 - Quiz

Schaarste
  • Middelen zijn beperkt aanwezig
  • Middelen zijn alternatief aanwendbaar 
  • Aanwendingsrichting: Dat wat je met het middel besluit te doen. 

Slide 12 - Slide

Is schaarste hetzelfde als zeldzaam?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz

Schaarste is niet hetzelfde als zeldzaam!
Schaarste
Middelen zijn beperkt aanwezig en alternatief aanwendbaar

Zeldzaam
Er is ergens weinig van

Slide 14 - Slide

Vrij goed
Iets waar geen productiefactoren voor nodig zijn. 

Slide 15 - Slide

Vrij goed
Schaars goed
Zonlicht
Bomen
Goud
Zoutwater
Papier

Slide 16 - Drag question

Slide 17 - Video

Consumeren
  • Goederen en diensten kopen.
  • Consumptiegoederen
  • Consumptiegoed vs kapitaalgoed

Slide 18 - Slide

Zelfvoorzienend

Slide 19 - Slide

Aan de slag
Maak de opdrachten van paragraaf 1.1

Slide 20 - Slide