Hoofdstuk 8 Familie Par 8.1 en 8.2

Hoofdstuk 8 Familie
Par 8.1 Huwelijk
Par 8.2 Verplichtingen huwelijk
8.3 Beëindiging huwelijk
8.4 Andere samenlevingsvormen
1 / 31
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 31 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 8 Familie
Par 8.1 Huwelijk
Par 8.2 Verplichtingen huwelijk
8.3 Beëindiging huwelijk
8.4 Andere samenlevingsvormen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen par 8.1
Je kunt uitleggen hoe een huwelijk wordt gesloten
Je kunt de mogelijke vermogensrechtelijke regelingen noemen 

Slide 2 - Slide

Materiële vereisten huwelijk:
Verschillende voorwaarden om te mogen trouwen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Erfenis ontvangen tijdens huwelijk valt buiten gemeenschap

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Zelf aan de slag les 1
Lees paragraaf 8.1
Maak opdracht 8.1 t/m 8.5
Hoe: stil en zelfstandig. Dus geen overleg met elkaar.

Slide 21 - Slide

Leerdoelen par 8.2
Je kunt de financiële verplichtingen naar elkaar tijdens het huwelijk noemen.
 

Slide 22 - Slide

minderjarige kinderen te verzorgen, op te voeden en kosten gezamenlijk te dragen.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Hoofdregel vergoedingsplicht: 
Deel van de waarde van het goed op het tijdstip waarop de vergoeding wordt voldaan

Slide 28 - Slide

Beleggingsleer huwelijk
  1. een echtgenoot krijgt een goed t.l.v. het vermogen van de andere echtgenoot.
  2. Een echtgenoot betaalt mee aan een verbetering van een goed (verbouwing) van de ander. De meebetalende echtgenoot deelt mee in de waardeverandering. 

Slide 29 - Slide

Situatie 1
  • Stel beide echtgenoten samen kopen een woning voor €250.000 en voor hetzelfde bedrag gefinancierd.
  • 1 echtgenoot ontvangt een eigenwoningschenking van €75.000,-. en wordt gebruikt om deel hypotheek af te lossen.
  • Er ontstaat een vordering van €75.000/€250.000x 100= 30%
  • Stel scheiden en waarde woning is €300.000,- en hypotheek is niet verder afgelost.
  • Ene echtgenoot heeft recht op 30% van €300.000= € 90.000,-
  • Van de overwaarde bij verkoop gaat dus eerst €90.000,- naar die ene echtgenoot.
  • Van de overgebleven overwaarde (300.000-175.000= €125.000 en 125.000-90.000= €35.000) krijgt ieder de helft (35.000/2= €17.500,-).

Slide 30 - Slide

Zelf aan de slag les 2
Maak opdracht 8.1 t/m 8.5 af
Lees par 8.2
Maak opdracht 8.6 t/m 8.9
Hoe: stil en zelfstandig. Dus geen overleg met elkaar.

Slide 31 - Slide