M4 lesstof herhalen

• Wereldoriëntatie
• Basisschool
• Groep 4

Wat is: een tekst of plaatje waarin staat wat je wilt weten?

1. het pictogram
2. de spelregel
3. de bron
4. de score

Snel, je hebt weinig tijd en je doet alles vlug.

1. passeren
2. rechtsaf
3. bereiken
4. haastig

Erg klein en niet belangrijk.

1. glibberig
2. miezerig
3. kolossaal
4. fors

Kostbaar

1. het is heel veel waard
2. je hebt er wat aan. je kunt het goed gebruiken.
3. het kost heel veel geld
4. het kost niks

druk en onrustig

1. overleggen
2. teleurgesteld
3. je belooft elkaar om iets te doen
4. opgewonden

Maak de rij af:
januari-februari-maart-april- ........

1. juni
2. juli
3. augustus
4. mei

Hoe laat is het?
20:15

1. kwart over 8
2. kwart voor 8
3. kwart over 9
4. kwart voor 9

Hoe laat is het:
15:45

1. kwart voor 2
2. kwart voor 3
3. kwart voor 4
4. kwart voor 5

Vul aan tot het volgende tiental.
34

Vul aan tot het volgende tiental.
12

3 x 5 =

Welk woord is geen plankwoord?

1. zingen
2. zinken
3. banken
4. danken

De man loopt naar de tuin.
Wat is het werkwoord in deze zin?

1. man
2. tuin
3. de
4. loopt

Schrijf het verkleinwoord op van licht.

Vul het eeuw/ieuw woord in.

Schrijf het langermaakwoord op.

Schrijf het aai/oei woord op.

Schrijf het eerwoord op.

Schrijf het eeuw/ieuw woord op.

woorden van de ei-plaat

woorden van de au-plaat