Hoofdstuk 8: Observeren Paragraaf 8.2: Observeren met een stappenplan
1 / 19
next
Slide 1: Slide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 1
This lesson contains 19 slides, with text slides.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
Opvoeding
Hoofdstuk 8: Observeren Paragraaf 8.2: Observeren met een stappenplan
Slide 1 - Slide
Periode 4
Week 1
Observeren en nauwkeurig kijken
Week 2
Observeren met een stappenplan
Week 3
Methoden van observeren
Week 4
Rapporteren
Week 5
Kinderen volgen
Week 6
Themakist ontwerpen
Week 7
Themakist ontwerpen
Week 8/9
Herhaling, presentaties, kennistoets
Slide 2 - Slide
Terugkoppeling voorgaande les
Waarnemen en observeren
Wat heb je ..
Slide 3 - Slide
Verschil tussen waarnemen en observeren
Waarnemen doe je met al je zintuigen. Je hersenen geven betekenis aan wat je waarneemt.
Observeren is doelgericht waarnemen. Waarnemen doe je overal, observeren doe je op bepaalde (bewust gekozen) momenten. Je wilt hiermee een vraag beantwoorden.
Slide 4 - Slide
Lesweek 4.2 lesdoelen
De student:
Weet wat methodisch observeren is
Kan een stappenplan maken voor een observatie
Weet wat belangrijke aandachtspunten zijn bij het interpreteren van observatiegegevens.
Slide 5 - Slide
Als we waarnemen treden er meteen allerlei processen in werking.
We willen van kleine brokjes informatie zo snel mogelijk een betekenisvol geheel maken. Niets is wat het lijkt…
Slide 6 - Slide
Lezen
Lees bladzijde 220 t/m 224
Slide 7 - Slide
Methodisch observeren
Het stappenplan bestaat uit de volgende stappen:
1. Schrijf op waarom je gaat observeren
2. Schrijf op wat de achtergrond gegevens zijn
3. Schrijf de vraagstelling op
4. Kies de observatiemethode
5. Voer de observatie uit
Slide 8 - Slide
Methodisch observeren
Maak groepjes van 2 à 3 personen om
samen te gaan observeren
Slide 9 - Slide
Stap 1
Schrijf op waarom je gaat observeren:
Bedenk wat de aanleiding is voor de observatie. De aanleiding hoeft niet altijd een probleem te zijn, maar het kan ook een positieve situatie zijn.
Slide 10 - Slide
Stap 2
Schrijf de achtergrondgegevens op:
Denk bijvoorbeeld aan de leeftijd, thuissituatie of het gedrag van een leerling.
Slide 11 - Slide
Stap 3
Schrijf de vraagstelling op:
1. Wie ga je observeren? (Benoem alleen de voorletter- AVG wetgeving).
2. Welk aspect van het gedrag ga je observeren?
3. In welke situatie ga je observeren? (Denk hierbij bijvoorbeeld aan een groep studenten in de aula, het personeel bij de catering, de conciërges etc.)
Slide 12 - Slide
Stap 4
Kies de volgende observatiemethode en hulpmiddelen uit:
Hulpmiddelen bij observeren: pen, papier, laptop etc.