2BL4 Lesson 1.5

Welcome to the English classroom!
1 / 24
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welcome to the English classroom!

Slide 1 - Slide

Welcome to California!
  • The golden state
  • Hoofdstad: Sacramento
  • Grootste stad Los Angeles
  • Bekendste stad: San Francisco

Slide 2 - Slide

What are we going to do today?
  • What have you learned last lesson?
  • Today's goal
  • Check homework
  • Grammar
  • Individual work

Slide 3 - Slide

What have you learned last lesson?
timer
1:00

Slide 4 - Open question

Today's goal
Today's goal is to know when and how to use the reflexive pronouns (=wederkerende voornaamwoorden)

Slide 5 - Slide

Vertaal: area

Slide 6 - Open question

Vertaal: border

Slide 7 - Open question

Vertaal: remote

Slide 8 - Open question

Vertaal: trail

Slide 9 - Open question

Vertaal: dawn

Slide 10 - Open question

Vertaal: vulkaan

Slide 11 - Open question

Vertaal: stedelijk

Slide 12 - Open question

Vertaal: klimmen

Slide 13 - Open question

Vertaal: kust

Slide 14 - Open question

Check homework

Slide 15 - Slide

Vertaal: woestijn

Slide 16 - Open question

Present Simple
  • Gebruik: wanneer iets altijd, vaak of nooit gebeurt.
  • Hoe: SHIT-Happens regel
  • She, he en it - krijgen achter het werkwoord een -s
  • I like
    you like
    he likes
    she likes
    it likes
    we like
    you like
    they like

Slide 17 - Slide

Sarah ... (love) ice cream.

Slide 18 - Open question

We ... (call) eachother every day.

Slide 19 - Open question

Present Simple (vraagzin) 
Normale zin in de Present Simple:
- She plays the piano on Sundays

Dezelfde zin maar dan in de vragende vorm:
- Does she play the piano on Sundays?
- Do you play the piano on Sundays?
Let op: Als je does gebruikt vervalt de 's' achter het ww

Slide 20 - Slide

Present simple + not (ontkennende zin)
Maak een ontkennende zin met de present simple:
She likes boxing.
Deze stappen neem je door:
  • Kijk om wie het gaat in de zin
  • Plak don't of doesn't voor het werkwoord in de zin
  • Bij he / she / it : doesn't
  • Bij de rest : don't
  • Haal de -s in het werkwoord uit de originele zin weg als deze erin staat.
Wat wordt het dan? She doesn't like boxing.

Slide 21 - Slide

Basis

Open your book on p. 32/33
Kader

Open your book on p. 33/34

Slide 22 - Slide

Individual work Basis

Do 1.5 exercise 1 - 7
Individual work Kader

Do 1.5 exercise: 1 - 7
timer
10:00

Slide 23 - Slide

Homework
Do: 1.5 exercise 1 - 7

Slide 24 - Slide