30 januari 24 1c

1 / 46
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 200 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lezen
timer
30:00

Slide 2 - Slide

Vandaag
Lezen
Het weer
Luisteren
begrijpend lezen
schrijven

Slide 3 - Slide

Het weer

Slide 4 - Mind map

Slide 5 - Video

Het weer
Wat gaan we leren?

Je leert woorden van het weer.
Je leert om over het weer te praten.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

De vier seizoenen

Slide 8 - Slide

de lente

Slide 9 - Slide

Weer in de lente
De zon schijnt soms.
Het is een beetje zonnig.
Het is een beetje warm.

Het regent vaak.

Er is soms wind.
Het waait soms.


Slide 10 - Slide

de zomer

Slide 11 - Slide

Weer in de zomer
De zon schijnt.
Het is zonnig.
Het is warm.

Er is weinig regen.


Slide 12 - Slide

de herfst

Slide 13 - Slide

Weer in de herfst
De zon schijnt weinig.
Het is niet zonnig.
Het regent vaak.

Het is vaak koud.

Het waait veel.
Het stormt soms. 

Slide 14 - Slide

Regenachtig

Slide 15 - Slide

de winter

Slide 16 - Slide

Weer in de winter
De zon schijnt soms.

Het is koud.
Het vriest soms.
Het sneeuwt soms.

Slide 17 - Slide

Wat voor weer is het?

Slide 18 - Open question

Wat voor weer is het?

Slide 19 - Open question

Wat voor weer is het?

Slide 20 - Open question

Spreken
Jullie zien een foto.
Vertel over het weer.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Werkbladen
Het weer

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Link

Vraag 3 en 4

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Link

Opdrachten
5 en 6

Slide 29 - Slide

Het weer
Het is winderig, de zon schijnt af en toe en het is bewolkt.
Welk plaatje?

Slide 30 - Slide

De rest van het werkblad
taalriedel

Slide 31 - Slide

Rendictee

Slide 32 - Slide

NOS Nieuws van de week in makkelijke taal week 4

Slide 33 - Slide

Woorden in het journaal: 

  1  verdelen                              
  2  de wet                                
  3  de asielzoeker                   
  4 spreiden                                         
  5  de slaapplek                  
  6   opvangen             

 Vertaal deze woorden                 
  
 

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Video

Vragen? 

Slide 36 - Slide

6

Slide 37 - Video

00:51
Wat doen deze mensen?
A
in de les zitten
B
koffie drinken
C
stemmen
D
praten

Slide 38 - Quiz

01:15
Wat krijgt een gemeente die asielzoekers opvangt?
A
geld
B
straf
C
een medaille
D
niets

Slide 39 - Quiz

01:30
Ter Apel ligt vlakbij Den Haag
A
niet waar
B
waar

Slide 40 - Quiz

02:47
Hoeveel extra plekken zijn er nodig?
A
geen
B
50000
C
30000
D
35000

Slide 41 - Quiz

03:02
De provincie Zuid-Holland moet meer asielzoekers opvangen
A
waar
B
niet waar

Slide 42 - Quiz

03:47
Deze mevrouw is tegen de opvang van asielzoekers in haar dorp
A
ja
B
een beetje
C
nee
D
ze weet het niet

Slide 43 - Quiz

En nog een keer .....
Je hebt nu een tekst. Tijdens het luisteren lees je mee. Op de __________   vul je het woord in dat je hoort.  

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Video

Er staat een luisteroefening klaar.
Ga naar je eigen LessonUp-account en open de toets die klaarstaat.
Ben je klaar dan ga je zelfstandig werken.
Lowan, Diglin, Disk, Klare Taal, Nt2 taalmenu schrijven

Slide 46 - Slide