Theorie van de praktijk - Mengvormen van cosmetische producten

Mengvormen van cosmetische producten 
Theorie van de praktijk | Leerjaar 1 | Periode 3 | Hoofdstuk; Mengvormen van cosmetische producten |
1 / 33
next
Slide 1: Slide
uiterlijke verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Mengvormen van cosmetische producten 
Theorie van de praktijk | Leerjaar 1 | Periode 3 | Hoofdstuk; Mengvormen van cosmetische producten |

Slide 1 - Slide

Programma
Start:
  • Terugblik werking van cosmetische producten
  • Wat weten jullie al van mengvormen?
Kern:
  • Theoretische uitleg mengvormen 
  • Aan de slag met de opdracht: Ontwerp jouw eigen product/productlijn
Slot: 
  • Evaluatie 
  • Vooruitblik 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van de les:

  • Kan je in eigen woorden omschrijven wat ''oplossingen'' zijn. 
  • Kun je in eigen woorden omschrijven wat ''suspensies'' zijn. 
  • Kun je in eigen woorden omschrijven  wat ''emulsies'' zijn. 
  • Kun je in eigen woorden omschrijven wat '' mengsels'' zijn. 

Slide 3 - Slide

Terugblik: Werking van cosmetische producten
Ken jij de belangrijke begrippen nog?

Slide 4 - Slide

Terugblik: Werking van cosmetische producten
Ken jij de belangrijke begrippen nog?
Hydrofiel;           vochtopnemend           V.B; hydrofiele olie
Hydrofoob;        vochtafstotend              v.b. vaseline/paraffine
Lipofiel;               vetopnemend                 v.b. poedermasker
Lipofoob;            vetafstotend                   v.b. waterige producten
Hygroscopisch; vochtaantrakkend      v.b. glyserine en zout
Hydratant;          vochtvasthoudend      v.b. hydraterende creme 

Slide 5 - Slide

Lipofoob 
Lipofiel 
Hydrofoob
Hydrofiel
Hygroscopisch 
Hydratant 
Glycerine
Vetafstotend 
Vaseline 
Vochtopnemend 
Vochtvasthoudend 
Vochtaantrekkend 
Vetopnemend 
Vochtafstotend 
Zout
Moisturising cream 
Hydrofiele olie 

Slide 6 - Drag question

1. Lipofoob        B. Vetafstotend
2. Lipofiel           G. Vetopnemend
3. Hydrofoob     C. Vaseline                        H. Vochtafstotend
4. Hydrofiel        D. Vochtopnemend      K. Hydrofiele olie
5. Hygroscopisch     A. Glycerine            F. Vochtaantrekkend                                                                                             I. Zout
6. Hydratant       E. Vochtvasthoudend  J. Moisturising creme

Slide 7 - Slide

Volgens het Warenwetbesluit Cosmetische producten moet ieder product een ingrediëntvermelding hebben met dezelfde benamingen. In welke lijst zijn deze opgenomen?
A
ANBOS-lijst
B
INCI- lijst
C
RIVM-lijst
D
NCV-lijst

Slide 8 - Quiz

Mengvormen van cosmetische producten
  • Oplossingen
  • suspensies
  • emulsies
  • mengsels

Slide 9 - Slide

Wat weten jullie al van:
Oplossingen | Suspensies |
Emulsies | Mengsels?

Slide 10 - Mind map

Mengvormen..
Oplossingen, suspensies, emulsies, mengsels…..
Cosmetische producten komen in veel verschillende vormen voor. Dit zijn mengvormen. Wat deze producten in ieder geval gemeen hebben is dat er emulgatoren aan zijn toegevoegd. Emulgatoren zorgen ervoor dat de stoffen goed met elkaar vermengd blijven. Wel zo handig!

Belangrijk: Lanettewas en Lecithine zijn voorbeelden van emulgatoren

Slide 11 - Slide

Oplossing
  • Vaste stof, vloeistof of gas, die moleculair heel fijn verdeeld voorkomt in een oplosmiddel. 

  • Opgeloste stoffen blijven in de vloeistof zweven en bezinken niet.

  • De opgeloste stof is niet meer zichtbaar, eigenschappen van de stof zijn niet veranderd. 

Slide 12 - Slide

Verzadigde vs onverzadigde oplossing
Onverzadigde oplossing:
  • Een klein beetje van een stof opgelost in oplosmiddel -> zwakke oplossing met geringe concentratie 

Verzadigde oplossing:
  • Een geconcentreerde oplossing met veel opgeloste stoffen. Als er geen stoffen meer opgelost kunnen worden noem je dat een verzadigde oplossing. 

Slide 13 - Slide

We onderscheiden..
Ware oplossingen:
zijn moleculen van de opgeloste stof zo klein, dat ze door een dierlijke membraan heen kunnen dringen. Voorbeelden hiervan zijn zout en suiker. Als je deze stoffen met water mengt, krijg je een heldere oplossing

Colloïdale oplossingen:
in colloïden of solen zijn de moleculen van de opgeloste stoffen te groot om door een dierlijk membraan heen te kunnen dringen. Een voorbeeld hiervan is het eiwitmolecuul.

Slide 14 - Slide

Wanneer spreek je van een geconcentreerde oplossing?
A
Als je een klein beetje van een bepaalde stof oplost in een oplosmiddel
B
Als je geen stoffen meer op kunt lossen in een oplosmiddel
C
Als je veel van een bepaalde stof oplost in een oplosmiddel

Slide 15 - Quiz

Suspensies
Zijn er in vloeibare en in vaste vormen:
Vloeibare suspensie:
hierin zweven heel fijn verdeelde niet opgeloste vaste stoffen. Wanneer je deze suspensie laat staan, bezinken de grotere deeltjes vrij snel. Een suspensie moet je voor gebruik altijd schudden.


Vaste suspensie:
een pasta is een vaste suspensie van zeer kleine vaste deeltjes vermengd met olie of vet. Daarbij is meer dan 50% vaste stof in een vloeistof verwerkt.

Van links naar rechts: Oplossing | Sol | Suspensie 

Slide 16 - Slide

Emulsies
  • Sommige stoffen verdragen elkaar niet goed, bijvoorbeeld olie en water.

  • Een emulsie is een mengvorm van een aantal stoffen, die niet in elkaar op te lossen zijn. Toch zijn ze op een of andere manier te mengen en blijven ze gemengd. 

  • Er zijn twee soorten emulsies:
  • 1. ware emulsies
  • 2. colloïdale emulsies

Slide 17 - Slide

Ware emulsie
  • Voor het verkrijgen van een ware emulsie gebruik je een emulgator
  • Een emulgator zorgt dat de verschillende stoffen gelijkmatig verdeeld worden en blijven
  • Emulgatoren worden tevens gebruikt om werkstoffen de huid in te laten dringen

  • Voorbeelden van emulgatoren zijn
    1. licithine:
    natuurlijke emulgator, die meestal wordt verkregen uit sojabonen.
    2. Lanettewas:
    synthetische verbinding van alcoholen. Het is een zelfemulgerende was met een hoge stabiliteit.

Slide 18 - Slide

Colloïdale emulsie
  • Een water vermengd met een gelvormer
  • Gelvormer zuigt water op en zwelt
  • Voorbeelden van gelvormers zijn gelatine en kaoline.

Slide 19 - Slide

Hoe noemen we de emulsie wanneer de watermoleculen zich om het oliemolecuul bevinden?
A
Olie-in-water-emulsie
B
Water-in-olie-emulsie

Slide 20 - Quiz

De samenstelling van een reinigingsmilk is vaak..
A
een water-in-olie-emulsie
B
een olie-in-water-emulsie

Slide 21 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een emulgator?
A
Gelatine
B
Kaoline
C
Lanettewas

Slide 22 - Quiz

Mengsels
  • Een mengsel is een stof waarin de stoffen na menging niet van samenstelling veranderen. We onderscheiden:

  • Poedermengsels
  • Aërosols en watervrije vetmengsels:
  • Crémes en oliemengsels

Slide 23 - Slide

Poedermengsel
In de salon ben je bezig met proefmake-up voor een bruiloft. Daarbij gebruik je een gezichtspoeder. Deze poeder is een voorbeeld van een poedermengsel.

Slide 24 - Slide

Aërosols 

Een aërosol is een vloeibare of vaste stof die samen met een drijfgas in een houder met een ventiel is geplaatst. Als je op het ventiel drukt, ontsnapt het gas en neemt het de werkzame stoffen met zich mee. Het gas zorgt ervoor dat de stoffen als een fijne nevel op de plaats van bestemming terechtkomen.

Slide 25 - Slide

Crémes en oliemengselsen watervrije vetmengsels:
Watervrije vet- en oliemengsels zijn mengsels op basis van vet of olie. Het vet of olie in de mengsels kan van minerale, dierlijke of plantaardige afkomst zijn. Deze mengsels zijn redelijk goed uit te smeren. Ze dringen niet gemakkelijk door in de hoornlaag. Je kunt ze daarom niet gebruiken als mengsel voor producten die een dieptewerking hebben. Voor de dagelijkse verzorging van de huid zijn ze te vet. Een minder vet product, zoals een minder vette plantenolie, is te gebruiken als nachtverzorging. Hier zijn vaak werkzame stoffen aan toegevoegd. 

Slide 26 - Slide

Welk mengsel heeft een dieptewerking voor de huid?
A
Watervrije crème
B
Watervrije oliemengsels op minerale basis
C
Watervrij oliemengsel op plantaardige basis

Slide 27 - Quiz

Waarbij bezinken de grotere deeltjes snel?
A
Suspensie
B
oplossing
C
emulsie

Slide 28 - Quiz

Een deodorant in een spuitbus is een voorbeeld van een aërosol. Welke stoffen zijn in deze sol gemengd?
A
Een vaste stof met een gas
B
een vloeibare of vaste stof met een gas
C
Een vloeibare stof met een gas

Slide 29 - Quiz

Eindopdracht 2
'Een eigen productlijn ontwikkelen' 

  • Individueel = 1 cosmeticaproduct ontwikkelen  


Lees de eindopdracht goed door op #OnderwijsOnline - UV56 - Theorie van de praktijk SV - Eindopdrachten periode 3 - Eindopdracht 2 - open het word document. 

Slide 30 - Slide

Aan de slag.. 

  • Neem de opdracht nog eens goed door. (Staat op #OO eindopdracht P3)
  • Ga de stap 1, 2, 3 en 4 uitwerken 
  • Volgende les geef je een terugkoppeling hoe de uitvoering is verlopen 

Slide 31 - Slide

Op schaal van 1 tot 100: Hoe heb jij de les ervaren?
0100

Slide 32 - Poll

Vooruitblik
Grondstoffen in cosmetische producten

Slide 33 - Slide