Marlou en Luuk sluiten een weerstand aan op een variabele spanningsbron. Ze willen de spanning over en de stroom door een weerstand meten. Marlou sluit de spanningsmeter aan. Dan stelt zij de spanningsbron in op 2,0 V. Luuk meet met een stroommeter een stroomsterkte van 25 mA. Bereken de grootte van de weerstand die is aangesloten.