Nakijken blz 92 opdr 8 en 9

Nakijken blz 92 opdr 8 en 9
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Nakijken blz 92 opdr 8 en 9

Slide 1 - Slide

8a. Wat voor mobiele telefoon heb jij?
Wat voor =
A
Vragend voornaamwoord
B
Onbepaald voornaamwoord

Slide 2 - Quiz

8b Het vroor dat het kraakte.
Het =
A
Vragend voornaamwoord
B
Onbepaald voornaamwoord

Slide 3 - Quiz

8c Waarom zijn niet alle bananen krom?
Alle =
A
Vragend voornaamwoord
B
Onbepaald voornaamwoord

Slide 4 - Quiz

8d Wie weet wie de dader is, moet het zeggen.
1e wie =
A
Vragend voornaamwoord
B
Onbepaald voornaamwoord

Slide 5 - Quiz

8e Welke vakantiebestemmingen zijn dit jaar populair?
Welke =
A
Vragend voornaamwoord
B
Onbepaald voornaamwoord

Slide 6 - Quiz

8f Iets wat niemand weet, is dat ik Repelsteeltje heet.
Iets en niemand =
A
Vragend voornaamwoord
B
Onbepaald voornaamwoord

Slide 7 - Quiz

8g Sommigen zijn altijd de pineut.
Sommigen =
A
Vragend voornaamwoord
B
Onbepaald voornaamwoord

Slide 8 - Quiz

8h Hij vroeg zich af waarom iedereen een dansje deed.
Iedereen =
A
Vragend voornaamwoord
B
Onbepaald voornaamwoord

Slide 9 - Quiz

8i Mezen komen veel voor, maar welke zie je het meest?
Welke =
A
Vragend voornaamwoord
B
Onbepaald voornaamwoord

Slide 10 - Quiz

9a Wie het weet, mag de volgende vraag beantwoorden: wie is de mol?
1e wie =
A
Vragend voornaamwoord
B
Betrekkelijk voornaamwoord
C
Onbepaald voornaamwoord
D
Aanwijzend voornaamwoord

Slide 11 - Quiz

9a Wie het weet, mag de volgende vraag beantwoorden: wie is de mol?
het =
A
Onbepaald voornaamwoord
B
Vragend voornaamwoord
C
Betrekkelijk voornaamwoord
D
Persoonlijk voornaamwoord

Slide 12 - Quiz

9a Wie het weet, mag de volgende vraag beantwoorden: wie is de mol?
2e wie =
A
Onbepaald voornaamwoord
B
Betrekkelijk voornaamwoord
C
Vragend voornaamwoord

Slide 13 - Quiz

9b We zijn nog steeds benieuwd naar uw opinie.
We =
Uw =
A
Bez/pers
B
Pers/bez
C
Wederkerend/pers
D
Wederkerig/bez

Slide 14 - Quiz

9c Red me! Riep hij uit.
Me =
Hij =
A
Wederkerend/pers
B
pers/wederkerend
C
Bez/wederkerend
D
Pers/bez

Slide 15 - Quiz