3.2 metalen

• Scheikunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Doelen

eigenschappen van metalen

edel-onedel

corrosie

Eigenschappen metalen

buigbaar

geleiden stroom

geleiden warmte

glimmen (na poetsen)

Edel-onedel

• Edel: goud, zilver en platina. Reageren nergens mee
• Zeer onedel: natrium en kalium; reageren met water; moeten onder olie bewaard worden
  
• Onedel: alle andere metalen. Reageren met zuur en zuurstof
  

Legering

Mengsel van samengesmolten en weer afgekoelde metalen

                                                     

soldeertin (lood en tin)   messing (koper en zink) brons (koper en tin)

STAAL: ijzer, chroom, nikkel

Corrosie (roest)

Zuurstof reageert met het metaal en vormt een oxidehuidje.

Bij ijzer schilvert dit laagje steeds af: doorroesten

Bij veel andere metalen beschermt het oxidehuidje juist.

Bescherming tegen roest

Zorg dat zuurstof niet bij het ijzer kan:

• laagje ander metaal (galvaniseren met zink, blik van maken met tin, verchromen met chroom)
  
• invetten
• verven
• legering maken (roestvaststaal)

nu doen:

maken blz 91: 16, 18, 19, 21, 23,

blz 94: 25, 26, 28, 31, 32