zintuigen

12 Het zintuigstelsel
Lesdoelen :
- Aan het einde van de les weet je welke zintuigen er bestaan en kan de werking hiervan uitleggen.

- Aan het einde van de les weet je hoe prikkels worden doorgezet naar de plaats van bestemming(organen). 
1 / 33
next
Slide 1: Slide
VerzorgendeMBOStudiejaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

12 Het zintuigstelsel
Lesdoelen :
- Aan het einde van de les weet je welke zintuigen er bestaan en kan de werking hiervan uitleggen.

- Aan het einde van de les weet je hoe prikkels worden doorgezet naar de plaats van bestemming(organen). 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Welke zintuigen kennen jullie

Slide 2 - Open question

This item has no instructions

De zintuigen
- Zintuigen zorgen ervoor dat je kunt waarnemen
- Zintuigen doen dit de hele dag door
- Ook buiten je bewustzijn om

Best een mooi systeem van ons lichaam dus!

Slide 3 - Slide

Zintuigcellen zetten informatie van de buitenwereld om in elektrische signalen
Geluid
Licht
tast
reuk
smaak
temperatuur
Zintuigen
- Organen die bepaalde prikkels overbrengen
- Zetten prikkels om in impulsen
- Zenuwen pakken signalen op en geven het door aan je ruggenmerg
- Bestaat uit 5 zintuigen:
reuk, smaak, gevoels, gezichts en gehoor.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Prikkels en impulsen
Een prikkel is een berichtje (uit de omgeving) dat wordt opgevangen in een zintuig

In je zintuig wordt zo'n prikkel omgezet in een elektrisch stroompje, dat noem je een impuls

De gevoelszenuw  (sensorische zenuw) stuurt die impuls aansluitend door naar de plaats van de bestemming
  
 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

De zintuigcellen
Zintuigcellen:
Zintuigen kunnen prikkels waarnemen omdat ze een grote aantal zintuigcellen hebben.
Zintuigcellen zijn gespecialiseerde cellen of zenuwuiteinden; je noemt ze receptoren(ontvangers) of sensoren(voelers).
Maar de impulsen die de zintuigcellen afgeven, zijn allemaal hetzelfde. 
Het verschil ontstaat als de impulsen in het ruggenmerg of in de hersenen aankomen.
Daar  worden ze verwerkt en uitgelegd in geluid, geur, beeld of dorst.

Slide 6 - Slide

exteroreceptoren reageren op prikkels van buiten het lichaam
tong= smaak
neus= reuk
oog= gezichtsvermogen
oor=gehoor
huid= tast

interoreceptoren reageren op prikkels binnen het lichaam.
properiocepetoren geven informatie over het bewegingsapparaat. 
en de wanden van alle holle organen (darmen, longen, maag mondholte, urinewegen en bloedvaten)  geven informatie over de inhoud van het orgaan.
Zintuigen
Elke zintuigcel is maar gevoelig voor 1 soort prikkel

Bv: zintuigcellen in je oog, gevoelig voor licht.

Net zoals een deurbel; reageert alleen als je op het knopje drukt!

De informatie die zintuigen waarnemen kan van buiten je lichaam komen zoals geur, smaak licht of geluid. 
Maar ook vanuit je lichaam zelf zoals pijn, honger of dorst.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Zintuigen
Neurotransmitters:
Een chemische stof die elektrische prikkels kan overbrengen.

Als er genoeg neurotransmitters vrijkomen, dan wordt de aangrenzende gevoelszenuw geprikkeld en ontstaat er een impuls op de betreffende zenuw.

Slide 8 - Slide

Chemische stoffen (neurotransmitters) gemaakt in de synaps helpen het signaal over te laten springen. Het signaal gaat verder over de uitloper van de volgende zenuwcel. Als zintuigen geprikkeld worden, worden via zenuwen signalen naar de hersenen gestuurd. Deze signalen worden impulsen genoemd.
Werken zintuigen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Zintuigen
Prikkeldrempel en drempelwaarde:
Prikkel moet een bepaalde sterkte hebben voordat een zintuigcel kan reageren. 
Sterkte die nodig is, noemen we drempelwaarde.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Wat is de drempelwaarde bij een zintuig?
A
maximale sterkte om een prikkel waar te nemen door een zintuigcel
B
minimale sterkte om een prikkel waar te nemen door een zintuigcel
C
minimale verschil in een prikkel die je nog waar kan nemen
D
maximale verschil in een prikkel die je nog waar kan nemen

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Reukzintuig
- Kun je mee ruiken
- Geuren waarschuwen je voor gevaar
- Reukslijmvlies bestaat uit reukzintuigcellen, slijmklieren en steuncellen
- Reukzintuigcellen zijn langgerekte
gespecialiseerde zenuwuiteinden
- Geurreceptoren zorgen ervoor dat
er een impuls ontstaat.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Reukzintuig
- Reukzintuig is als enige verbonden met het limbisch systeem, je emotionele brein
- Bijvoorbeeld een speciale geur van een drankje wat je terug brengt naar het moment dat je daar erg ziek van bent geworden.

Slide 14 - Slide

De structuren in het limbisch systeem zijn betrokken bij emotie, motivatie, genot en het emotioneel geheugen. 
Het limbische systeem is onderdeel van de grote hersenen.
Smaakzintuig

- Om te proeven
- Proeven is samenspel van smaak en geurwaarneming
- Bij proeven blijft het niet; structuur en temperatuur belangrijke rol. Warme soep beter dan koude, krokante chips beter dan slappe chips
- Als je iets echt niet lust, kun je gaan kokhalzen, reflex

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Smaakzintuig
- Smaakzintuig bestaat uit smaakzintuigcellen en zenuwvezels van drie hersenzenuwen:
1. tong-keelzenuw
2. aangezichtszenuw
3. zwervende zenuw
- Smaken proef je als ze in contact komen met vocht. Bij een droge tong proef je weinig. 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Waar proef je welke smaak?

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Is het reukzintuig nodig om het verschil tussen aardbeien- en frambozenranja proeven?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

 Gevoelszintuig
- Kunnen we mee voelen
- Bewust worden van het feit dat je iets aanraakt
- Voelen doe je via je huid, je huid is één groot voelorgaan
- Miljoenen zintuigcellen; druk, pijn, warmte en kou


Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Gevoelszintuig
Werking gevoelszintuig:
Prikkels die gevoelszintuigen ontvangen, worden omgezet in een impuls
- er ontstaat een impuls als ze vervormen
- vervolgens gaan de impulsen via de uitlopers van de zenuwcel naar het ruggenmerg
- vanuit daar vervoerd naar de grote hersenen --> naar de gevoelsschors, daar wordt de informatie verwerkt en word je bewust van wat je voelt.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Zintuigen in de huid
  1. Tastzintuigen
  2. Drukzintuigen
  3. Pijnzintuigen
  4. Warmte zintuigen
  5. Koude zintuigen

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

de zintuigen zitten in je
A
organen
B
oren, ogen, tong, neus
C
oren, ogen, tong, neus, huid
D
in je hersenen

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Zintuigcellen maken van prikkels...
A
Prikkels
B
Impulsen
C
Warmte
D
Geur

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Wat is GEEN zintuig in je huid?
A
Warmte zintuig
B
Voelzintuig
C
Tastzintuig
D
Drukzintuig

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Zintuigen reageren op ...
A
informatie
B
een impuls
C
een prikkel
D
dat waar je hersenen op willen reageren

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Slide 27 - Video

This item has no instructions

Wat is de functie van de gehoorbeentjes?
A
Trillingen overbrengen
B
Richtingsgevoel
C
Evenwicht
D
Stevigheid

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Oog

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Video

This item has no instructions

... bevat veel bloedvaten en zorgt voor de voeding van het oog en het afvoeren van afvalstoffen.
A
Netvlies
B
Vaatvlies
C
Lens
D
Traanbuizen

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Einde van de les

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Wat vonden jullie van de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll

This item has no instructions