De grote examenquiz kader4

1 / 33
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

In deze quiz..
  1. Leesvaardigheid
  2. Schrijfvaardigheid
  3. Kijken en luisteren

    Aan het eind van de quiz heb je wat examenstof geoefend.

Slide 2 - Slide

Een verband geeft aan dat er alinea's of zinnen zijn die met elkaar te maken hebben
Waar
Niet waar

Slide 3 - Poll

Welk verband zie je in deze zin:
In het weekend heb ik een baantje, maar doordeweeks moet ik naar school
A
Tegenstelling
B
Opsomming
C
Voorbeeld
D
Oorzaak-gevolg

Slide 4 - Quiz

Aan welk signaalwoord zie je dit?

Slide 5 - Open question

Lees de volgende tekst
In Nederlandse steden zijn achtergelaten weesfietsen een
groeiend probleem. In Afrika betekent het bezit van een fiets
vaak een verdubbeling van de inkomsten.
CooP-Africa (Cycling out of Poverty) werkt met succes aan het
verbeteren van de toegang tot nieuwe fietsen voor Afrikaanse
kleine ondernemers, scholieren en gezondheidswerkers.
CooP-Africa steunt lokale projecten en zorgt ervoor dat het
inkomen van een ondernemer verveelvoudigt, scholieren beter
presteren op school, gezondheidswerkers meer patiënten
kunnen bezoeken en patiënten sneller bij het ziekenhuis komen.
CooP-Africa verdient uw steun. Kijk voor meer
informatie op www.coop-africa.org

Slide 6 - Slide

Op welk welvaartsprobleem doelt de tekst?

Slide 7 - Open question

Wat is het doel van deze tekst?
A
Activeren
B
Adviseren
C
Instrueren
D
Overtuigen

Slide 8 - Quiz

CooP-Africa ondersteunt lokale projecten. Wat doet de organisatie
precies?
De organisatie....
A
Regelt nieuwe fietsen voor mensen uit Afrika
B
Verzorgt fietslessen voor mensen uit Afrika
C
Roept Nederlanders op om oude fietsen naar Afrika te sturen
D
Zorgt dat oude fietsen uit Afrika hergebruikt worden

Slide 9 - Quiz

Welk signaalwoord hoort NIET bij het tekstverband opsomming?
A
bovendien
B
zoals
C
verder
D
ook

Slide 10 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een zakelijke brief?

Slide 11 - Open question

Wat is een juiste aanhef bij een brief of e-mail?
A
Beste mevrouw Holthausen,
B
Mogguh!
C
Geachte mevrouw Holthausen,
D
Goedemiddag mevrouw Holthausen,

Slide 12 - Quiz

Een zakelijke brief heeft een vaste indeling.
Hoe noem je dat ook wel?
A
Conferenties
B
Confetties
C
Preventies
D
Conventies

Slide 13 - Quiz

Gebruik je u of je in je brief/e-mail?
U
Je

Slide 14 - Poll

Wat is een geschikte slotgroet?

Slide 15 - Open question

Volgorde zakelijke brief
Geadresseerde
Plaats, datum
Betreft
Aanhef
Eigen adresgegevens
Inleiding
Middenstuk
Slot
Afsluiting
Handtekening
Bijlage

Slide 16 - Drag question

Slide 17 - Video

Hoe heet de vriend van Najib?

Slide 18 - Open question

Waarom wil Najib geen broodje bestellen voor Appie?

Slide 19 - Open question

Hoeveel witte sauzen wil Najib?
1
2
3

Slide 20 - Poll

Wat gebeurt er met Najib als er een meisje binnenkomt?

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Video

Wat laat mevrouw vallen?
A
Briefgeld
B
Knikkers
C
Contant geld
D
Ballen

Slide 23 - Quiz

Wat heeft mevrouw op haar hoofd?

Slide 24 - Open question

Hoe komt mevrouw aan al het geld?

Slide 25 - Open question

Hoeveel vraagt de mevrouw voor het geplas?
A
5 euro
B
200 euro
C
10 euro
D
20 euro

Slide 26 - Quiz

Waarom heeft de mevrouw twee vuilniszakken?

Slide 27 - Open question

Slide 28 - Video

Welke uitdaging krijg je aan het begin van de video?
A
Niet iets zelf uitzoeken
B
Niet viral gaan
C
Niet lachen
D
Niet zelf blunders maken

Slide 29 - Quiz

Wat is het woord voor lachen om blunders?

Slide 30 - Open question

Hoe oud is het schilderij?
A
50 jaar
B
150 jaar
C
5 jaar
D
1500 jaar

Slide 31 - Quiz

Hoe ontstaan bloopers?

Slide 32 - Open question

Wat gebeurt er met het chocolade hoofd van de koning?

Slide 33 - Open question