groepsdynamica verdieping gericht op examens

• Welzijn
• MBO
• Studiejaar 3

groepsdynamica 

verdieping

thema 8.18 cliënten in groepen begeleiden

Examens: hoe heb je een bijdrage geleverd aan de groepsdynamica of groepsklimaat rondom de cliënten

Examens

BMZ 12 Ondersteunt en begeleidt een groep cliënten bij activiteiten

PBMZ 12 Organiseert en coördineert activiteiten voor een groep cliënten

Als beroepskracht MZ werk je met individuele cliënten, maar in de meeste gevallen maken deze patiënten deel uit van een groepen cliënten. Je activeert, stimuleert en motiveert mensen in groepen. Een groep is geen verzameling losse individuen. Mensen in een groep oefenen invloed uit op elkaar. Maar op welke manier beïnvloeden zij elkaar? En hoe kun jij daar als beroepskracht MZ invloed op uitoefenen? Dat zijn wezenlijke vragen.

Het is belangrijk dat je inzicht hebt in wat zich in groepen afspeelt.

Mensen leven in verschillende groepen tegelijk: mensen zijn sociale individuen. Groepen zijn erg belangrijk voor mensen. Dat begint al meteen na de geboorte. Kinderen leren allerlei vaardigheden doordat ze in het gezin samenleven met anderen. Ook op latere leeftijd blijven groepen belangrijk voor mensen. Door lid te zijn van een of meerdere groepen wordt voldaan aan fundamentele menselijke behoeften, zoals ergens bijhoren.

groepsdynamica: de manier waarop mensen met elkaar omgaan in een groep en over de invloeden die het functioneren van de groep bepalen

dynamica heeft te maken met zaken die de groep zo interessant maken, in elke groep gebeurd altijd wel wat, elke groep is een dynamisch geheel

ritme

beweging

levendigheid

krachten en eigenschappen van de groep

groeien of veranderen

omgangsregels

macht

een groep is een verzameling individuen die samen een geheel met eigen kenmerken vormen

groepsdynamica zegt iets over de processen binnen de groep

Wat vindt men belangrijk en hoe gaan ze met elkaar om

Procesaspect van de groep:

omgangsregels

normen

relaties

Groeps aspect:

zaken waarmee de groep bezig is

en over praten (bv een activiteit)

een groep verschaft je een sociale identiteit en status

waar sta je voor?

wat vind je belangrijk in het leven?

wij 

zij

taakdoel= taak die je samen te vervullen hebt

sfeerdoel+ doel om het goed te hebben met elkaar, op een fijne manier met elkaar omgaan/samenwerken

(bewust/onbewust)

zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en beïnvloeden elkaar

voordelen: het verschaft je een identiteit, het gevoel ergens bij te horen, niet alleen

nadelen: afhankelijk worden van de groep, geen eigen keuzes durven maken, geen mening geven

observeren als begeleider, je krijgt informatie om gemakkelijker te kunnen aansluiten bij de groep

regels, gedrag gewaardeerd of afgekeurd

waarden en normen ontstaan

sociale controle

formele groep: cultuur bepaald door organisatie

groepssocialisatie: nieuwkomer

eigen maken van

groepsdruk: positief of negatief

 hoge groepscohesie?

een gehaal, graag bij elkaar, trouw, zorgzaam en vertrouwelijk

individu krijgt voldoende ruimte om zichzelf te zijn

verlaten groep

belbin rollen > om teams te duiden

samenwerking binnen teams

algemene rollen

groepsdynamiek is afhankelijk van de rollen die de leden vervullen

actievelingen: doenersmet initiatief, denkers met ideeën. leiders

socialen: sfeermakers, gangmakers, mediators, clowns > respect van de groep

meelopers: doen wat er gevraagd wordt, soms onzichtbaar, passief

dwarsliggers: gaan overal tegenin, willen zich niet confirmeren

zondebokken: mikpunt pesterijen, ingezet voor rotklusjes

formele rol: toebedeeld of onderdeel functie

informele rol: ontstaan spontaan

taakgericht: richten op procedures, bewaken de tijd en houden overzicht

procesgericht: zorgt voor goed sfeer tijdens de samenwerking

veel onderzoek gedaan> gedragspatronen ontdekt die voor veel groepen hetzelfde zijn

op basis van die patronen zijn schema's gemaakt> herkenbaar voorspelbaar worden van ontwikkelingen

in welke fase verkeert de groep? weten om de juiste begeleiding in te zetten

verkennen : gaat om veiligheid> ieder voor zich

strijd om de macht: rollen worden bepaald

Samenwerking> ideale strijd

strijd om intimiteit:

indrukken van elkaar, kloppen niet altijd met de werkelijkheid, bijstellen,

 subgroepen

Harmonie: als de storm is gaan liggen

fases geen statisch gehaal maar lopen door elkaar

;-groepsleden maken veel in elkaar los

angst

schuld

schaamte

freud: afweermechanismen: herkennen voor goede begeleiding

weerstand in de groep: afweermechanismen spelen een rol

herkennen i.p.v. strijd aangaan

rationaliseren; analysen waarom schuld niet bij jou ligt

escapisme: vluchten in fantasieën om het aan te kunnen

regressie; geen raad weten met gevoelens

manipuleren> medestanders zoeken

shooting= anderen te hulp schieten voordat dit echt nodig is

eerlijk en zorgvuldig feedback geven om de groep te confronteren met eigen gedrag

Opdracht:

Je gaat een sociogram te maken van je eigen groep en een SWOT analyse.

-Open ANS. kijk de presentaties

Opdracht

-we maken een analyse van een groep in de praktijk

-wanneer zet je een sociogram of een matrix in

-wat is het nut van een SWOT analyse

-hoe zet je alle verkregen informatie in bij je activiteit

Doel bepalen: communicatie/ samenwerken

Legenda gebruiken

legenda verklaart symbolen en kleuren die zijn gebruikt