hfdst 3: morele vraagstukken + gevolgethiek

hfdst 3: morele vraagstukken + gevolgethiek
1 / 17
next
Slide 1: Slide
FilosofieSecundair onderwijs

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

hfdst 3: morele vraagstukken + gevolgethiek

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Wat vind jij?
Wat moet het meisje zeggen aan de kaartjesverkoper?

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
  • Twee soorten van ethiek kunnen onderscheiden.
  • Ik leg uit hoe gevolgenethiek correct ethisch handelen definieert.
  • Ik pas gevolgenethiek toe op maatschappelijke voorbeelden.
  • Ik formuleer kritiek op gevolgenethiek. 

Slide 4 - Slide

Morele vraagstukken
Ethische dilemma's = omstandigheden waarin het niet meteen duidelijk is welke morele keuze de beste is.
  • afwegen van verschillende opties, rekening houdend met verschillende factoren
  • welke waarde primeert? Afhankelijk van situatie en kan verschillen met anderen

Slide 5 - Slide

Factoren morele keuze
- De gevolgen (voor één individu of voor de groep)
- De intentie (met opzet of per ongeluk)
- De aanleiding (wat de situatie veroorzaakt heeft)
- De waarde of deugd die je belangrijk vindt (bv. eerlijkheid, vriendschap …)

Situaties in groep pp 42-43
timer
5:00

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Gevolgenethiek
  • gevolgenethiek of consequentialisme = de gevolgen van een handeling bepalen of de handeling juist of verkeerd is. 
  • Jeremy Bentham (1748-1832)
  • Utilitarisme = maximaliseren van algemeen = nastreven van het grootste geluk voor grootst aantal mensen

Slide 8 - Slide

Gevolgenethiek: utilitarisme
  • saldo genot en pijn!
  • bv. dronkenschap
  • saldo onderhevig aan zeven variabelen
  • het goede is OPTELBAAR

  • Opdracht 5 pp 45 (thuis)

Slide 9 - Slide

zeven variabelen

Slide 10 - Slide

Stof tot nadenken
  • In welke mate is geluk meetbaar?
  • In hoeverre is het mogelijk om alle gevolgen vooraf te weten? 

Slide 11 - Slide

Trolley-dilemma

Slide 12 - Slide

Trolley-dilemma
  • Zou jij eerder wel of eerder niet aan de hendel trekken? Waarom wel/niet?
  • Tussen welke gevolgen moet je kiezen?
  • Wat zou een utilitarist doen?
  • Met welke principe komt wat een utilitarist zou doen in conflict?

Slide 13 - Slide

Trolley-dilemma

Slide 14 - Slide

Trolley-dilemma
  • Zou je de zware man van de brug duwen of niet? Waarom wel/niet?
  • Waarin ligt het verschil met het vorige dilemma?
  • Hier duw je een mens in plaats van aan een hendel te trekken. Het actief toebrengen van schade is niet hetzelfde als het passief toelaten van een schadelijke gebeurtenis.

Slide 15 - Slide

Trolley-dilemma: conclusie
Enkel de gevolgen tellen, niet de intentie!

Slide 16 - Slide

Toepassing
Oefening 6 pp 47-48

Slide 17 - Slide