de Atheense democratie

De Atheense democratie
1 / 24
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

De Atheense democratie

Slide 1 - Slide

Griekse 
stadstaten (1)
  • Griekenland bestond nog niet als één land

  • Er waren steden die als landen werden bestuurd: bijvoorbeeld met een eigen koning

  • Zo'n zelfstandige stad heet een polis (stadstaat)

Slide 2 - Slide

Griekse 
stadstaten (2)
  • Poleis (meervoud van polis) worden op verschillende bestuurd

  • Ze hebben wel vaak dezelfde 'Griekse' cultuur, taal en goden

  • De bekendste poleis waren Athene en Sparta

Slide 3 - Slide

Sparta
  • Een koning is de baas (monarchie)

  • Oorlog en het leger zijn belangrijk

  • Kinderen krijgen een zware, Spartaanse opvoeding

  • Er zijn slaven

Slide 4 - Slide

Athene
  • Het volk is de baas (democratie)

  • Oorlog en het leger zijn minder belangrijk

  • Kinderen krijgen een opvoeding met veel kunst en cultuur

  • Er zijn slaven

Slide 5 - Slide

Bestuur van poleis
  • Poleis werden bestuurd door een kleine groep rijke mensen.

  • Betaalden hun eigen uitrusting.

  • Later moesten gewone Grieken ook meevechten

  • In Athene kregen soldaten het burgerrecht: Ze mochten meedoen in het bestuur van de stad.

Slide 6 - Slide


De Atheense 
democratie




  • In Athene was het volk de baas
  • Er werd gestemd over belangrijke beslissingen.
  • Dat was niet altijd zo geweest...

Slide 7 - Slide

Macht en honger (1)
  • Athene is waarschijnlijk ook ooit een monarchie geweest 

  • Rond 600 v. Chr. wordt Athene bestuurd door rijke families, die veel bloedige ruzies om de macht hebben.

  • De inwoners hebben weinig te vertellen

Slide 8 - Slide

Macht en honger (2)
  • Als de graan duur was kregen de arme Atheners graan van de rijke families.

  • Als ze dat niet konden terugbetalen, werden ze verkocht als slaaf!

  • Solon komt in 594 v. Chr. met  nieuwe wetten: je kon niet meer verkocht worden als slaaf

Slide 9 - Slide

Het volk beslist
  • Ondanks Solon's wetten blijft het verschil tussen arm en rijk groot

  • Arme Atheners hadden het zwaar en er kwamen nieuwe ruzies

  • Rond 500 v. Chr. komt Kleisthenes met nieuwe wetten en voert een échte democratie in

Slide 10 - Slide

Het volk beslist
  • Atheense democratie (demos = het volk) 

  • Het volk bepaalde wie de bestuurders zijn.

Slide 11 - Slide

Kenmerken van de Atheense democratie
  • Atheense vrije mannen met burgerrecht mogen stemmen

  • Directe democratie

  • Volksvergadering (buiten)

  • Onbetaalde baan

  • Volksvergaring had de macht, ze stemden veertig keer per jaar.

  • veertig keer per jaar stemmen


Slide 12 - Slide


Democratie?!




  • Niet helemaal...
  • ...alleen mannelijke burgers (ongeveer 16% van de bevolking) 
  • Vrouwen, slaven en vreemdelingen mochten niet meepraten.

Slide 13 - Slide

Waar stemden ze over?
Raad van 500 -> vijftig mannen dagelijkse leiding
10 strategen : voor leger en vloot
Rechters
Volksvergadering beslist over oorlog, vrede en bondgenootschappen
Eén keer per jaar: iemand wegstemmen via scherven

Slide 14 - Slide

Werkte dit?
Eerst niet, veel Atheners kwamen niet omdat ze moesten werken.

Later  regelde Pericles dat burgers betaald kregen voor het stemmen.

Ook de bestuursfuncties werden betaald!

Nu konden armere burgers ook meebeslissen en bestuursfuncties bekleden.

Slide 15 - Slide

Verschillen met de Nederlandse democratie
  • Alle mannen en vrouwen >18 jaar

  • Indirecte democratie

  • Eerste en Tweede Kamer (binnen)

  • Verkiezingen (meestal om de 4 jaar)

  • Betaalde baan

Slide 16 - Slide

Welk bestuur had de stad Athene?
A
Keizer
B
Democratie
C
Adel
D
Koning

Slide 17 - Quiz

Wat betekent democratie?
A
Een koning regeert
B
Het volk regeert
C
Een tiran regeert
D
Een kleine groep rijken regeert

Slide 18 - Quiz

I. Athene lag in Griekenland, Sparta niet.
II. Athene was een stadstaat, Sparta niet.
A
stelling I is juist, stelling II is onjuist.
B
stelling I is onjuist, stelling II is juist.
C
Stelling I en II zijn allebei juist
D
Stelling I en II zijn allebei onjuist

Slide 19 - Quiz

Wie mochten meebeslissen in de Atheense democratie?

A
slaven
B
vreemdelingen
C
vrouwen
D
mannen

Slide 20 - Quiz

In Athene kreeg je burgerrecht als...
A
Je in Athene geboren was
B
Je vader in Athene geboren was
C
Je beide ouders in Athene geboren waren
D
Je moeder in Athene geboren was

Slide 21 - Quiz

De naam van de persoon die het meest genoemd werd tijdens het schervengericht.....
A
Moest voor tien jaar in de gevangenis
B
Werd meteen vermoord
C
Werd voor tien jaar verbannen uit Athene
D
Mocht nooit meer in Athene komen

Slide 22 - Quiz

Monarchie: Een koning die het land regeert
Aristocratie: Een groep mensen is de baas
Democratie: Het volk beslist!
Tirannie: Een dictator aan de macht!

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video