Werkbegeleiding deel 1

1 / 30
next
Slide 1: Slide
VerzorgendeMBOStudiejaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wat was je eerste ervaring met werkbegeleiding als leerling?
(positief / negatief). Geef een kort voorbeeld hiervan.

Slide 5 - Open question

Wat verwacht je van deze training? waar ben je naar benieuwd?

Slide 6 - Mind map

De 4 rollen van de werkbegeleider:
Organisator
Opleider
Begeleider
Beoordelaar

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Wat is jouw eigen leerstijl?
Doener
Beschouwer Bezinner Dromer
Denker
Beslisser

Slide 21 - Poll

De werkbegeleider is een doener:
Als doener neig je naar veel actie en/of zintuigelijke ervaringen. Het uitleggen van theorie vind je minder belangrijk: daar zijn boeken voor. Je vertelt liever. Je ziet je leerling graag lekker bezig dan heb jij het als werkbegeleider ook naar je zin. Je houdt van spontane acties en bent vaak open en humoristisch. Je werkt vanuit je intuïtie. 

Slide 22 - Slide

De werkbegeleider is een bezinner:
Als bezinner hecht je eraan dat studenten de ruimte krijgen om te observeren,  na te denken en te reflecteren op hun ervaringen. Als ze maar goed nadenken over zichzelf, hun doelen en de manier om daar te komen, dan ben jij in je element. Je vind het leuk om individueel met studenten mee te denken. Je vind het moeilijk om helder aan te geven of een opdracht goed of fout is, het kan immers ook altijd anders!. je komt vaak serieus over door je voorkeur voor een grondige analyse. Door je interesse in de ander en je vermogen om goed te luisteren vinden studenten jou een betrokken werkbegeleider

Slide 23 - Slide

De werkbegeleider is een denker
Als denker vind je de theorie belangrijk en wil je dat de student ook zelf op onderzoek uit gaan. Hierbij kun je nog wel eens uitweiden over details die slechts voor een paar studenten interessant zijn. Jij gaat liever de diepte in. Studenten die jou vragen stellen, die jou prikkelen tot nadenken hebben bij jou een streepje voor. Heerlijk als jouw expertise helemaal tot uiting komt! Je kunt door jouw voorkeur voor objectieve gegevens en logica soms wat afstandelijk overkomen. 

Slide 24 - Slide

De werkbegeleider is een beslisser
Als beslisser wil je graag dat de theorie goed toegepast wordt in de praktijk. Je kunt de theorie zeer overtuigend brengen en de studenten het nut van de theorie doen inzien. Valkuil hierbij is dat je vergeet de alternatieven te noemen -het kan ook anders- maar de neiging hebt sterk vast te houden aan die ene methode. Hierdoor kun je als "drammerig" of niet flexibel overkomen. Werkopdrachten die gericht zijn op toepassing in de praktijk zijn bij jou favoriet. Je werkt graag met duidelijke protocollen. Door je praktische insteek probeer je altijd meteen tot de kern te komen. Gevoelens van de studenten herken je niet altijd meteen waardoor je wat zakelijk over kan komen. 

Slide 25 - Slide

Aansluiten bij de leerlingen
Aansluiten bij de leerstijlen van de studenten betekent dat je soms werkvormen kiest
die je zelf niet leuk vindt. Het kan heel inspirerend zijn om deze drempel te nemen en
dan te merken dat er studenten zijn die echt van de werkvorm genieten. Het merendeel
van de studenten vindt de leeractiviteiten die bij hun voorkeursfase(n) passen het leukst.
Daar zijn ze enthousiast voor en daar raken ze door geïnspireerd. Studenten kunnen echter vaak het meest leren van de vormen die niet bij hun voorkeur passen. De leeractiviteiten die bij die fase van het ervaringsleren passen, worden door de studenten vaak
als niet leuk of nutteloos bestempeld. Door deze leeractiviteiten toch te doen, kunnen ze
zich binnen deze leerstijl wel verder ontwikkelen. Dit kun je ook aan studenten uitleggen. Vaak moet je als werkbegeleider studenten wel extra stimuleren en soms ondersteunen in
het doorlopen van deze fasen

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Vier je successen, leer van je fouten

Slide 29 - Slide

Break-outroom
Jij hebt een leerling mee in de kraamzorg en gaat de handeling  babybaden aanleren.
a. Bedenk hoe je dit gaat aanpakken bij de 4 verschillende leerstijlen van studenten.
b. Wat betekend dit voor jouw eigen leerstijl en hoe ga jij je hierop aanpassen? Denk hierbij aan de valkuilen die je tegen kan komen. 

Slide 30 - Slide