Commerciële calculaties P2 les 3

• Bedrijfseconomie
• MBO
• Studiejaar 1

Hoe is het huiswerk gegaan?

1. Goed, ik snap het allemaal
2. Redelijk, ik ben er wel uitgekomen.
3. Slecht, ik snap het helemaal niet.

- variabele kosten € 3.960.000,-
- constante kosten € 2.500.000,-
- normale verwerking 50.000 ton
- werkelijke verwerking 55.000 ton.
De integrale kostprijs bedraagt

1. € 122,00
2. € 117,00
3. € 125,00

De kostprijs is € 55,-
het bedrijf wilt 35% winst maken.
Bereken de verkoopprijs, exclusief btw.

1. € 70,-
2. € 64,25
3. € 74,25

commerciële kostprijs = verkoopprijs

1. Waar
2. Niet waar

De consumentenprijs is altijd hoger dan de verkoopprijs exclusief btw

1. Waar
2. Niet waar

..... + BTW = consumenten prijs

1. Verkoopprijs exclusief btw
2. inkoopprijs
3. commerciële kostprijs
4. integrale kostprijs

Integrale kostprijs + winst =

1. BTW
2. Commerciële kostprijs
3. Differentiële kostprijs
4. Verkoopprijs

Integrale kostprijs =

1. Variabele kosten per product
2. variabele kosten pp + constante kosten pp
3. variabele kosten pp + constante kosten pp + verkoopkosten
4. Constante kosten per product

De commerciële kostprijs is € 100,-
Het bedrijf wilt 40% winst maken.
Wat is de verkoopprijs?

1. € 121,-
2. € 40,-
3. € 240,-
4. € 140,-