Gebruikt het middel vaker en in grotere hoeveelheden dan eigenlijk gewild.
Graag willen minderen of stoppen, pogingen hiertoe mislukken steeds.
Besteed veel tijd aan activiteiten om aan het middel te komen, te gebruiken of te herstellen van de effecten ervan.
Heeft een sterk verlangen of voelt een drang om het middel te gebruiken.
Door het gebruik niet goed meer meekomen op het werk, school of thuis.
Blijft gebruiken ondanks de problemen die het veroorzaakt.
Sociale contacten verminderen
Blijft gebruiken in situaties waarin dit lichamelijk gevaarlijk is.
Ervaart tolerantie.
Ervaart ontwenningssymptomen bij stoppen