In deze periode ga jij aan de slag in de stijl van een door jou gekozen fotograaf. Je gaat onderzoek doen naar hoe de fotograaf te werk gaat. Welke beeldaspecten worden er gebruikt en welk onderwerp is echt belangrijk?
Om hier achter te komen, ga jij eerst kritisch kijken naar jouw fotograaf.
In de bijlage vind je het werkboekje. Print deze uit als je het niet hebt meegenomen uit de les en maak de opdrachten.
Maak minimaal 5 foto's in de stijl van jouw gekozen fotograaf. Zet deze in een presentatie (Powerpoint) en lever deze in Classroom in.
Je moet wel commentaar geven bij de foto's. Vergelijk ze met de stijl van jouw gekozen fotograaf. Wat doe jij wat hij/zij ook doet.
Vertel iets over lichtval, compositie (diagonaal, horizontaal, verticaal, driehoeks, symmetrisch, a-symmetrisch, overall of herhaling) en standpunt (hoog, laag, centraal) en welk shot het is: total shot, medium shot, close-up, macro shot