Herhaling H2 1,2,3,4

Herhaling test aardrijkskunde
1 / 21
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slide and 7 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Herhaling test aardrijkskunde

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 2 - Video

This item has no instructions

Welk seizoen heeft Nederland in dit plaatje?
A
winter
B
zomer
C
herfst
D
lente

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Op welke keerkring schijnen de loodrechte zonnestralen de zon bij deze foto?

A
Kreeftskeerkring (23,5 NB)
B
Steenbokskeerkring (23,5 ZB)

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Op welke keerkring schijnen de loodrechte zonnestralen de zon bij deze foto op de zuidpool?

A
Kreeftskeerkring (23,5 NB)
B
Steenbokskeerkring (23,5 ZB)

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Op welke keerkring schijnen de loodrechte zonnestralen de zon bij deze foto?

A
Kreeftskeerkring (23,5 NB)
B
Steenbokskeerkring (23,5 ZB)

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Slide 7 - Video

This item has no instructions

Bij welke wind is er veel invloed van zee op het weer?
A
Bij aanlandige wind
B
Bij aflandige wind
C
Bij allebei niet
D
Bij allebei

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Zonder het broeikaseffect ...
A
... wordt het heel warm op aarde.
B
... blijft de temperatuur op aarde gelijk.
C
... wordt het op aarde net zo koud als in de ruimte.

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

3

Slide 10 - Video

Samenvatting van het broeikaseffect

Slide 11 - Video

This item has no instructions

Op 1000 meter hoogte is de temperatuur 14 ⁰C. Wat is de temperatuur op 2000 meter hoogte?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Bekijk de afbeelding.

Je staat op 1.000 meter hoogte. Daar is het 14℃. Wat is de temperatuur op 2.500 meter hoogte? Geef je berekening.

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Waardoor kan neerslag ontstaan?
A
doordat warme lucht met waterdamp opstijgt
B
doordat koude lucht met waterdamp opstijgt
C
doordat opstijgende waterdamp afkoelt
D
doordat regendruppels naar land worden geblazen

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat is stijgingsregen?
A
Regen die ontstaat door afkoeling van lucht op grote hoogte.
B
Regen die ontstaat door verdamping van oppervlaktewater.
C
Regen die ontstaat door condensatie van waterdamp.
D
Regen die ontstaat door opstijgende vochtige lucht.

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Slide 17 - Video

This item has no instructions

Wat is stuwingsregen?
A
Regen die ontstaat door gedwongen luchtstijging langs een gebergte.
B
Regen die ontstaat door verdamping van zeewater.
C
Regen die ontstaat door accumulatie van vochtige lucht.
D
Regen die ontstaat door neerslag vanuit een onweerswolk.

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het verschil tussen stijgingsregen en stuwingsregen?
A
Stijgingsregen ontstaat door gedwongen luchtstijging langs een gebergte, stuwingsregen ontstaat door accumulatie van vochtige lucht.
B
Stijgingsregen ontstaat door opstijgende lucht, stuwingsregen ontstaat langs een gebergte.
C
Stijgingsregen ontstaat door afkoeling van lucht op grote hoogte, stuwingsregen ontstaat door neerslag vanuit een onweerswolk.
D
Stijgingsregen ontstaat door condensatie van waterdamp, stuwingsregen ontstaat door verdamping van oppervlaktewater.

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Slide 20 - Video

This item has no instructions

Wat is frontale neerslag?
A
Neerslag die ontstaat door verdamping van water.
B
Neerslag die alleen 's nachts valt.
C
Neerslag die ontstaat wanneer twee luchtstromen frontaal botsen.
D
Neerslag die alleen in de zomer voorkomt.

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions