testje les 10

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

imperfectum en perfectum

 bij les 10 SPQR

Testje

het imperfectum is de onvoltooid verleden tijd: waar?

klopt

klopt niet

Het perfectum is de voltooid tegenwoordige tijd: te vertalen met: ik had gelopen

goed

fout

Wat geeft het perfectum aan?

1. de tegenwoordige tijd
2. een afgesloten /snelle handeling in het verleden
3. de beschrijvende achtergrond
4. de toekomst

vocabam

1. ik roep
2. ik riep
3. jij hebt geroepen
4. ik heb geroepen

eras

1. jij was
2. jij bent
3. jij bent geweest
4. jij zult zijn

vul aan: perf. uitgangen
-i, -isti- -it, ......., ...............- erunt

Analyseer

1. voc-a-bant
2. voca-ba-nt
3. vocaba-nt
4. vocabant

Regebas

1. reg-e-ba-s
2. rege-ba-s
3. re-ge-bas
4. reg-e-bas

grafschrift: fui, quod es

1. jij bent, wat ik ben geweest
2. ik ben geweest, wat jij bent.
3. jij bent, wat ik ben
4. ik was, wat jij bent

het tussenvoegsel bij de imperfectum is (-e)ba

klopt

klopt niet

finiebamus

1. wij beëindigen
2. wij hebben beëindigd
3. wij beëindigden
4. jullie beeindigden

audis

1. jij hebt gehoord
2. jullie hebben gehoord
3. jij hoort
4. jij hoorde

vul aan:
eram - eras - .......... - eramus - ..........- erant