This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
At the shop
Slide 1 - Slide
Braindump Schrijf hier alle woorden en zinnen op die je kunt gebruiken in een winkel
Slide 2 - Open question
Sleep de blauwe blokken naar de juiste rode blokken. Er blijft 1 blok over
A drink
price
Cheapest
To buy
Bottle
A bag
I would like..
cost
Drank
Prijs
Goedkoopste
Kopen
fles
een zak(je)
ik zou graag ... willen
Duurste
kosten
Slide 3 - Drag question
Sleep de blauwe blokken naar de juiste rode blokken
A drink
crisps
Complaint
gekocht
Expired
A bag
I have a ...
cost
Drank
Chips
Klacht
bought
over datum
een zak(je)
ik heb een....
Duurste
kosten
Slide 4 - Drag question
Sleep de blauwe blokken naar de juiste rode blokken. Er blijft 1 blok over
jumper/sweater
price
Cheapest
To buy
my size
A bag
I would like..
jeans
Trui
Prijs
Goedkoopste
Kopen
mijn maat
een zak(je)
ik zou graag ... willen
Duurste
spijkerbroek
Slide 5 - Drag question
Luister naar de audio. Wat koopt deze klant?
A
Een zak friet, boterham met ham en een fles cola
B
Een zak churros, een boterham met ham en een fles ijsthee
C
Een zak chips, een boterham met ham en een fles ijsthee
D
Een zak friet, boterham met ham en een fles ijsthee
Slide 6 - Quiz
Luister naar de audio. Wat is de klacht?
A
De vis smaakt vies
B
De vis is over datum
Slide 7 - Quiz
Luister naar de audio. Wat is de klacht?
A
Er zit een vlek op de trui
B
Er zit een gat in de trui
C
De trui is de verkeerde kleur
Slide 8 - Quiz
Wat is de juiste vertaling? Bottle, sandwich, bag
A
Brood, boter, zak(je)
B
Fles, brood, zak(je)
C
Fles, boterham, zak(je)
D
Brood, boterham, zak(je)
Slide 9 - Quiz
Wat is de juiste vertaling? Complaint, bread, expired
A
Klacht, boterham, eieren
B
komkommer, brood, over de datum
C
komkommer, boterham, over de datum
D
Klacht, brood, over de datum
Slide 10 - Quiz
Wat is de juiste vertaling? Sweater, holes, complaint
A
Trui, hoop, kracht
B
Zweet, hopen, kracht
C
Zweet, gaten, klacht
D
trui, gaten, klacht
Slide 11 - Quiz
Je gaat naar de winkel om een fles cola te kopen, hoe zeg je dit in het Engels?
Slide 12 - Open question
Je gaat naar de winkel om een klacht in te dienen. Hoe zeg je dat? Hoeft niet juist geschreven te zijn, zoals je het hoort opschrijven!
Slide 13 - Open question
Je komt thuis van het winkelen en ziet dat er een gat in je nieuwe t-shirt zit. Je gaat terug naar de winkel om een klacht in te dienen. Hoe zeg je dit in het Engels?
Slide 14 - Open question
A. I please buy a bottle of cola. B. I would like to buy please bottle cola. C. I would like to bottle of cola please. D. I would like to buy a bottle of cola please.
A
Slide 15 - Quiz
A. I complaint have about fish. B. I have a complaint about this fish. C. I have about this fish a complaint. D. About this fish I have complaint.
A
Slide 16 - Quiz
A. I complaint have about sweater. B. I have a complaint about this sweater. C. I have about this sweater a complaint. D. About this sweater I have complaint.
A
Slide 17 - Quiz
Spreekopdracht
Je gaat naar de winkel en wilt deze dingen kopen:
- Een zakje chips
- Een boterham met kaas
- een fles cola
Lastig? Kijk en luister naar de vorige audio's!
Slide 18 - Slide
Spreekopdracht
Luister naar de audio voordat je begint!
Je hebt een klacht over soep.
Opbouw van het gesprek:
- Begroeten
- Ik heb een klacht
- Wat is je klacht? Product over de datum of smaakt het vies?
- Wil je je geld terug of wil je het ruilen?
Slide 19 - Slide
Spreekopdracht
Luister naar de audio voordat je begint!
Je hebt een klacht over je nieuwe spijkerbroek.
Opbouw van het gesprek:
- Begroeten
- Ik heb een klacht
- Wat is je klacht? Verkeerde maat, gat in de broek?
- Wil je je geld terug of wil je een andere broek?