This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Hoofdstuk 3 Stoffen
Paragraaf 3.3
Faseovergangen
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Leerdoelen
Je leert dat stoffen veranderen als de temperatuur verandert.
Je kunt de 4 faseovergangen benoemen en aangeven van welke naar welke fase die overgang is.
Je kunt aan de hand van een smeltpunt/kookpunt bepalen welke fase een stof is bij een bepaalde temperatuur.
Slide 4 - Slide
Wat is temperatuur?
'Temperatuur' is een wetenschappelijk begrip.
Het wordt gebruikt om te meten
hoe warm of hoe koud iets is.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Fasen en faseovergangen
Slide 7 - Slide
Smeltpunt en kookpunt
Het smeltpunt van een stof is de temperatuur waarbij de stof smelt. Het kookpunt van een stof is de temperatuur waarbij een stof kookt. Iedere stof heeft een eigen smeltpunt en kookpunt. Daar kun je een stof aan herkennen (stofeigenschap).
Wat is het smeltpunt van water? En het kookpunt?
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
De faseovergang van gas naar vloeibaar noemen we?
A
verdampen
B
rijpen
C
sublimeren
D
condenseren
Slide 10 - Quiz
De faseovergang van vloeibaar naar vast noemen we?
A
verdampen
B
stollen
C
smelten
D
condenseren
Slide 11 - Quiz
De faseovergang van gas naar vast noemen we?
A
verdampen
B
rijpen
C
sublimeren
D
condenseren
Slide 12 - Quiz
De faseovergang van vast naar vloeibaar noemen we?
A
smelten
B
stollen
C
sublimeren
D
condenseren
Slide 13 - Quiz
Het is -45 C. Welke fase heeft kwik?
A
Vloeibaar
B
Vast
C
Gas
D
Geen van allen
Slide 14 - Quiz
Het is 1000 C. welke fase heeft lood?
A
Vloeibaar
B
Vast
C
Gas
D
Geen van allen
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Leerdoelen
Je leert dat stoffen veranderen als de temperatuur verandert.
Je kunt de 4 faseovergangen benoemen en aangeven van welke naar welke fase die overgang is.
Je kunt aan de hand van een smeltpunt/kookpunt bepalen welke fase een stof is bij een bepaalde temperatuur.