week 40 les 2



Geschiedenis
Introductie
Week 40

Les 2
1 / 17
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisSecondary EducationAge 13

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson



Geschiedenis
Introductie
Week 40

Les 2

Slide 1 - Slide

De tien tijdvakken

Slide 2 - Slide

     OUDHEID
Vroege Middeleeuwen
Late Middeleeuwen
Renaissance
Prehistorie
De Verlichting

Slide 3 - Slide

Geschiedenis Pubquiz

Slide 4 - Slide

tijdvak 1
Tijdvak 2
tijdvak 3
tijdvak 4
Tijdvak 5
Tijdvak 6
Tijdvak 7
Tijdvak 8
Tijdvak 9
Tijdvak 10

Slide 5 - Drag question

Late Middeleeuwen
Gouden eeuw
Nieuwste geschiedenis
Oudheid
De Verlichting
Prehistorie
Vroege Middeleeuwen
Industrialisatie
Wereldoorlogen
Nieuwe geschiedenis
Renaissance
Tijdvak 1
Tijdvak 2
Tijdvak 3
Tijdvak 5
Tijdvak 4
Tijdvak 6
Tijdvak 7
Tijdvak 8
Tijdvak 10
Tijdvak 9

Slide 6 - Drag question

Jagers en verzamelaars
Boeren
mammoet
honden
gelijkheid
vissen
koning
nomaden
hutten
kleine groepen
graan
ambachten

Slide 7 - Drag question

Sleep de onderdelen van landbouw naar de juiste tabel:
Hierna: uitleg
Akkerbouw
Veeteelt
Slachten van een geit.
Melken van een  koe.
Oogsten van tarwe.
Verbouwen van graan.
Zaaien van rogge.
Het houden van kippen

Slide 8 - Drag question

Hierna: quizvragen.
Irrigatieland- bouw vond op steeds meer akkers van verschillende boeren plaats.
Boeren legden apart sloten en dijken aan om hun akkers vruchtbaar te maken.
Een bestuur werd opgericht om toezicht te houden op de samenwerking.
Boeren moesten gaan samenwerken voor een goed irrigatiesysteem.
Er werd schrift verzonnen om afspraken en wetten te noteren.

Slide 9 - Drag question


Bij welk antwoord staan allemaal ambachten
A
bakker, bestuurder en boer
B
bestuurder, meubelmaker en visser
C
bakker, meubelmaker en pottenbakker
D
boer, visser en wetgever

Slide 10 - Quiz


Bij welk antwoord staan de verschillende typen samenlevingen in de juiste tijdsvolgorde (van vroeger naar later)? 
1. Landbouw-stedelijke samenleving;
2. Landbouwsamenleving
3. Samenleving van jagers-verzamelaars
Hierna: intro de ijsmummie.
A
2 --> 3 --> 1
B
1 --> 3 --> 2
C
3 --> 1 --> 2
D
3 --> 2 --> 1

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Video

Sleep de gele prikker naar het tijdvak waarin Otzi leefde en de rode prikker naar het tijdvak waarin hij gevonden is

Slide 13 - Drag question


Welke uitspraak is onjuist?
A
Ötzi leeft in de prehistorie
B
In de tijd van Ötzi is Mesopotamië verder ontwikkeld dan het Alpengebied.
C
Nog steeds zijn er mensen op de wereld die net zo leven als Ötzi
D
Alle genoemde uitspraken zijn juist

Slide 14 - Quiz


Niet alle overblijfselen uit het verleden zijn hetzelfde. Zo zijn er geschreven bronnen en ongeschreven bronnen.

Bij welk antwoord staan alleen maar ongeschreven bronnen?
A
schilderijen, oude kranten, boodschappenbriefje, oude foto's
B
kastelen, dagboeken, helmen en films
C
liefdesbrieven, standbeelden, zwaarden en graftombes
D
etensresten, ruïnes, gebruiksvoorwerpen en geluidsopnamen

Slide 15 - Quiz


Behalve verschil tussen geschreven en ongeschreven bronnen wordt ook onderscheid gemaakt tussen directe en indirecte bronnen. 
Een directe bron: een overblijfsel uit de tijd waarin de bron zelf gemaakt of gebruikt is. Wie de bron heeft achtergelaten is dan van dezelfde tijd als de directe bron zelf.
Een indirecte bron: Als de nalater van de bron niet in dezelfde tijd als de bron leefde of niet aanwezig was bij de gebeurtenis waarover de bron gaat, dan is de bron een indirecte bron.

Klik op de afbeelding om in te zoomen.  De koperen bijl van Ötzi is een voorbeeld van een....

A
geschreven directe bron
B
ongeschreven directe bron
C
geschreven indirecte bron
D
ongeschreven indirecte bron

Slide 16 - Quiz

Sleep de soorten bronnen naar de juiste kolom:
Hierna: open vraag.
Ongeschreven bronnen
Geschreven bronnen
Het dagboek van Anne Frank.
Een brief van jouw opa.
Een rekening
Een speerpunt
Een munt
Een grotschildering
Een film

Slide 17 - Drag question