Periode 4. Netwerken: Wie kan mij helpen?

NETWERKEN: Wie kan mij helpen?
Periode 4. Les 1
1 / 15
next
Slide 1: Slide
LOBMBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

NETWERKEN: Wie kan mij helpen?
Periode 4. Les 1

Slide 1 - Slide

Hoe beter je weet hoe je netwerk eruitziet, hoe beter je mensen kan opzoeken met wie je over je loopbaanontwikkeling kunt praten.
Lesprogramma
- Lesdoelen
-  Energizer
- Omschrijf het woord (individueel)
- Maak je netwerk zichtbaar
- Reflectie

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
- Je leert  het  woord netwerk omschrijven
Je kan je netwerk in beeld brengen

Slide 3 - Slide

Hoe beter je weet hoe je netwerk eruitziet, hoe beter je mensen kan opzoeken met wie je over je loopbaanontwikkeling kunt praten.
Check-in

Slide 4 - Slide

Van welke sociale media kanaal maakt jij het meeste gebruikt? Ken je al je volgers/vrienden? Hoe houd je contact met hen?

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Omschrijf het woord


Omschrijf het woord in je eigen woorden of met een ander woord.


Slide 6 - Slide

De studenten krijgen te horen, dat zij het woord netwerken moeten omschrijven of een ander woord voor verzinnen.

Dit moeten zij dan op een post-it noteren. De resultaten worden klassikaal besproken. Wat valt er op? 
10 minuten

Netwerken = nieuwe contacten leggen en bestaande contacten onderhouden.
Opzoek bent naar de nieuwste nummers

Slide 7 - Open question

Wie uit de klas zou je om hulp vragen, als je opzoek bent naar...
Hulp nodig hebben bij het nakijken van je motivatiebrief

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Opzoek bent naar een bijbaantje

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Als je advies nodig hebt over je opleiding

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Opdracht: Netwerk visueel maken
- Noteer je naam in het midden met een cirkel eromheen.
Schrijf welke categorieën mensen je kent, bijvoorbeeld: gezin, familie, buren, sportclub, klasgenoten, vrienden, collega's op stage/ werk etc.
- Schrijf de namen van de mensen die je kent er naast/onder
- Trek lijnen tussen jezelf en de mensen  die je kent of elkaar kennen


Slide 11 - Slide

Als je je netwerk letterlijk in beeld brengt, heb je in 1x een overzicht van dat netwerk en kun je meteen zien welke mensen buiten jou om ook nog met elkaar in contact staan. Als je
 dat weet, kun je die kennis gebruiken om te zien hoe mensen jou van dienst kunnen zijn. We gaan nu een tekening maken van ons eigen netwerk.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Reflecteren

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Heb jij deze week genetwerkt?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Bedankt

Slide 15 - Slide

This item has no instructions