Rangtelwoorden en data

Teach me
  • Tweetallen
  • Schrijf op wat je nog weet van de vorige les
  • We bespreken het daarna klassikaal
1 / 18
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Teach me
  • Tweetallen
  • Schrijf op wat je nog weet van de vorige les
  • We bespreken het daarna klassikaal

Slide 1 - Slide

Aufgabe 2 Seite 47
Viertel nach sechs
Zehn vor elf
Sieben nach neun
Fünf vor halb neun
Sieben vor fünf

Slide 2 - Slide

Aufgabe 3 Seite 48
1:Fünfzehn Uhr zehn            8: Zeiundzwanzig Uhr fünfundvierzig
2:Elf Uhr zwanzig                   9:  Zwölf Uhr zehn
3:Sieben Uhr dreißig             10: Neun Uhr zwanzig
4:Acht Uhr fünfundzwanzig    11: Sechzehn Uhr
5:Neunzehn Uhr fünfzehn       12: Achtzehn Uhr dreißig
6:Dreizehn Uhr
7:Elf Uhr

Slide 3 - Slide

Aufgabe 4 Seite 49
1: de volle uren                                     8: vroeg-s'morgens
2: Nee, Antwoord: Es ist ein Uhr   9: voormiddags
3: na                                                          10: namiddags
4: kort na 1                                               11: avonds
5: kwart                                                     12: gisteren, vandaag, morgen
6:half                                         13: Wij hebben vandaag tot 4 gefeest
7: -

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Zielen
  • Jullie kunnen de rangtelwoorden correct schrijven
  • Jullie kunnen data correct schrijven



Slide 6 - Slide

Rangtelwoorden

Slide 7 - Mind map

Rangtelwoorden
Als getal geschreven:

Bij alle getallen wordt er een punt achter het getal geschreven om aan te geven dat het een rangtelwoord is:
1.=erste
17.=siebzehnte
23.=dreiundzwanzigste

Slide 8 - Slide

Rangtelwoorden
Voluitgeschreven:
  • Bij 1 t/m 19 wordt het rangtelwoord met gevormd -te achter het getal: vierte-fünfte
  • Pas op!: 1.-3.-7.-en 8. wijken af: erste-dritte-siebte-achte

  • Vanaf 20 wordt het rangtelwoord gevormd met -ste achter het getal: zwanzigste-dreißigste

Slide 9 - Slide

Rangtelwoorden
  • Met z'n tweeën, drieën, vieren-> zu zweit, zu dritt, zu viert-> zu+rangtelwoord-e
  • Ten eerste, tweede, derde-> erstens, zweitens, drittens-> rangtelwoord+ns
  • Eén derde, vijfde, achtste-> drittel, fünftel ->rangtelwoord+l

Slide 10 - Slide

vijftiende (als getal)
A
15
B
15.
C
fünfzehnte
D
fünfzehn

Slide 11 - Quiz

7.(voluitgeschreven)
A
Siebte
B
siebente

Slide 12 - Quiz

Juist of onjuist: Vanaf 20 wordt het rangtelwoord gevormd met -ste achter

Slide 13 - Open question

Data
In het Duits worden data ook als rangtelwoord geschreven:
4. Dezember    vierte Dezember
2. Oktober     zweite Oktober
In het Duits worden data soms ook afgekort. In het Nederlands gebeurt dit met streepjes, in het Duits als rangtelwoord met puntjes: 19.12.1996- neunzehnte zwölfte 1996 - de negentiende van de twaalfde

Slide 14 - Slide

2. Oktober
A
zwei Oktober
B
zweite Oktober

Slide 15 - Quiz

Zielen
  • Jullie kunnen de rangtelwoorden correct schrijven
  • Jullie kunnen data correct schrijven



Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Hausaufgaben
Seite 46
Aufgabe 3 Seite 48
Aufgabe 4 Seite 49

Seite 41, 42, Aufgabe 1 Seite 43 
Satz 1+2 Aufgabe 2(Seite 43)
Seite 191

Slide 18 - Slide