What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Imparfait
L'imparfait
Doelen:
- Je kunt de imparfait vertalen
- Je weet hoe de imparfait gevormd wordt.
1 / 16
next
Slide 1:
Slide
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
16 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
L'imparfait
Doelen:
- Je kunt de imparfait vertalen
- Je weet hoe de imparfait gevormd wordt.
Slide 1 - Slide
= Verleden tijd
Bijvoorbeeld:
ik gaf
jij had
hij deed
wij maakten
jullie liepen
zij dansten
Slide 2 - Slide
Hoe maak je de imparfait?
Slide 3 - Slide
Stap 1: Je neemt de nous-vorm van een werkwoord.
Bijvoorbeeld:
(donner) donnons
(rester) restons
(avoir) avons
(faire) faisons
(prendre) prenons
(finir) finissons
Slide 4 - Slide
Stap 2: Je haalt -ons ervan af
Bijvoorbeeld:
(donner) donnons
(rester) restons
(avoir) avons
(faire) faisons
(prendre) prenons
(finir) finissons
Slide 5 - Slide
Stap 3: achter de stam komen de volgende uitgangen:
(Zie volgende dia)
Slide 6 - Slide
"
Slide 7 - Slide
Dus:
(donner) je
donn
ais = ik gaf
(rester) tu
rest
ais = jij bleef
(avoir) il
av
ait = hij had
(faire) nous
fais
ions = wij maakten/deden
(prendre) vous
pren
iez = jullie namen/pakten
(finir) ils
finiss
aient = zij eindigden
Slide 8 - Slide
ik speelde
A
Je jouerais
B
je jouais
C
j'ai joué
Slide 9 - Quiz
Hij groeide (grandir)
A
Il grandait
B
il grandissais
C
il grandissait
D
il grandissons
Slide 10 - Quiz
Uitzondering: être
Stap 1: Nous vorm = sommes
Stap 2: - ons eraf
Euh....Dat gaat niet :(
Slide 11 - Slide
De stam van être = ét
Dus:
j'
ét
ais = ik was
tu
ét
ais = jij was
il
ét
ait = hij was
nous
ét
ions = wij waren
vous
ét
iez = jullie waren/u was
ils
ét
aient = zij waren
Slide 12 - Slide
Ik was
A
J'étais
B
Je sommais
C
J'était
D
J'été
Slide 13 - Quiz
Au travail
faire ex. 16 B, C en D p. 104/105
Slide 14 - Slide
présent
imparfait
passé composé
je donne
je donnais
j'ai donné
Slide 15 - Drag question
Combineer de juiste imparfait uitgang bij het persoonlijk voornaamwoord.
Imparfait
-ais
-ais
- ait
- ions
- iez
-aient
Je
Tu
Elle
Nous
Vous
Ils / elles
Slide 16 - Drag question
More lessons like this
Imparfait
January 2022
- Lesson with
11 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
Imparfait
April 2024
- Lesson with
24 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
L'imparfait
June 2020
- Lesson with
25 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
3HV les 3
September 2021
- Lesson with
21 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
Imparfait
May 2023
- Lesson with
13 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2,3
2VWO H3 Bron C: l'imparfait
November 2020
- Lesson with
17 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Imparfait
June 2024
- Lesson with
22 slides
Frans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
Imparfait
March 2020
- Lesson with
15 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3