This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Historische contexten
Het Britse Rijk 1585-1900
Slide 1 - Slide
slaven
plantageproducten
geweren, stoffen,
aardewerk
slaven
Slide 2 - Drag question
Belangrijk
- De historische contexten maken samen met de laatste zes tijdvakken deel uit van de examenstof.
- Dit is dus voor je eindexamen!
- Maak gebruik van teams, hierin vind je ondersteuning
- Loop je vast? Vraag om hulp!
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Waarom 1585 als startjaar voor HC Het Britse Rijk?
A
De Britten plantten toen hun vlag op Amerikaanse bodem
B
De Britten eisten Noord- Amerika op
C
Britten stichtten een kolonie in New England
D
Britten stichtten een kolonie op Roanoke Island
Slide 6 - Quiz
Welk tijdvak valt NIET binnen de HC Het Britse rijk?
A
Ontdekkers en hervormers
B
Steden en Staten
C
Pruiken en revoluties
D
Burgers en Stoommachines
Slide 7 - Quiz
Welk KA uit tijdvak 6 hoort bij HC 'Britse Rijk'?
A
het streven van vorsten naar absolute macht;
B
wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie
C
de bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek;
D
de wetenschappelijke revolutie
Slide 8 - Quiz
Welk KA uit tijdvak 7 hoort NIET bij de HC 'Britse Rijk'?
A
rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen (HC Br Rijk);
28.
B
uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme
C
. de democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap
D
voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme);
Slide 9 - Quiz
Welk KA uit tijdvak 7 heeft het minst te maken met HC 'Britse Rijk'?
A
rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen (HC Br Rijk);
28.
B
uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans-Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme
C
. de democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap
D
voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte wijze vorm te geven (verlicht absolutisme);
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Open question
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Wat was géén motief voor de Britse kolonisten om in de 17e eeuw naar Noord-Amerika te gaan?
A
Britse kolonisten waren op zoek naar goedkope grond
B
Britse kolonisten wilden graag snel rijk worden
C
Britse kolonisten wilden wapens kopen van de indianen
D
Britse kolonisten wilden vrijheid van geloof
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
In welk jaar werd in het Britse Rijk de slavernij afgeschaft?
A
1807
B
1833
C
1863
D
1865
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Slide
Bijzondere plaats van de republiek in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht
Het streven van vorsten naar absolute macht
Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie
De wetenschappelijke revolutie
Verband Britse Rijk
Geen verband Britse Rijk
Slide 22 - Drag question
Ze de volgende gebeurtenissen in de juiste volgorde.
Slavenhandel en slavernij wordt definitief afgeschaft in Frankrijk
Slavernij wordt verboden in Suriname en de Antille
Slavernij wordt verboden in het Britse Rijk
Slavenhandel wordt verboden in het Britse Rijk
Slide 23 - Drag question
Je ziet hieronder 2 gegevens over het Britse Rijk. De ene is het gevolg van de ander. Sleep beide teksten naar de juiste plaats.
Oorzaak
Gevolg
India wordt het belangrijkste overzeese deel van het Britse Rijk
De Verenigde Staten van Amerika ontstaan
Slide 24 - Drag question
Sleep in de goede volgorde van vroeger naar later
Verlichte ideeën populair in Amerika
Er ontstaan vestigings-koloniën in Amerika
"No taxation without representation"
Amerikaanse Grondwet
Verbod op slavenhandel in Britse Rijk
Slide 25 - Drag question
1776
1807
1833
1620
De Verenigde Staten verklaren zichzelf onafhankelijk.
Slavenhandel wordt in het Britse Rijk verboden
Slavernij wordt helemaal verboden in het Britse Rijk
De Pilgrim Fathers stichtten een belangrijke nederzetting
Slide 26 - Drag question
Verdrag van Allahabad
East India Company
Opstand tegen Britten in 1857
Begin van het Britse Rijk
Onvrede over religieuze zaken
Handelsmonopolie
Queen Victoria keizerin van India
sluit verdragen met lokale vorsten
1765
Slide 27 - Drag question
4
1
2
3
verbod slavenhandel voor Engelsen
afschaffing slavernij in het Britse Rijk
afschaffing slavernij in Nederlands-Indië
afschaffing slavernij in Suriname
Slide 28 - Drag question
Vestigingskolonie
Plantagekolonie
Productie voor de markt
Productie voor consumptie
Veel slavenarbeid
Beperkte slavenarbeid
Veel tabak, katoen en suiker
Kleine groep Britten
Grote groep Britten
Slide 29 - Drag question
WAAR
NIET WAAR
Slaven waren belangrijk voor de Grieken
Slaven kregen geld voor het werk dat ze deden
In Griekenland kon je als beroep slaaf worden.
De helft van de bevolking was slaaf
Slaven waren krijgsgevangenen uit oorlogen
Slaven waren bezit van hun baas
Slide 30 - Drag question
Je ziet hieronder 2 gegevens over het Britse Rijk. De ene is het gevolg van de ander. Sleep beide teksten naar de juiste plaats.
Oorzaak
Gevolg
In 1807 verbiedt de federale regering van de VS de import van slaven
Het aantal slaven in de zuidelijke staten groeit enorm
Slide 31 - Drag question
Verplichte jaartallen
1620
1776
1807
1833
verbod slavernij
Pilgrim Fathers
onafhankelijkheids-verklaring
verbod slaven-handel
Slide 32 - Drag question
Europa
Afrika
Amerika
Sleep de producten naar het juiste werelddeel binnen de driehoekshandel