F2.3A Leren- Rekenen: Tijd (tot 3 april)

• Rekenen
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

Rekenen: Tijd

Wat ik na deze periode kan:

• Ik beheers de uitspraak en notatie van digitale tijd 
• Ik beheers de uitspraak en notatie van de kalender (10-04-2018) 
• Ik ken verschillende tijdseenheden( uur, minuut, seconde, jaar, maand) 
• Ik weet wat een eeuw is 
• Ik weet het aantal maanden, weken en dagen in een jaar 
• Ik weet het aantal uren in een dag 
• Ik weet het aantal minuten in een uur 
• Ik weet het aantal seconden in een minuut

https:

https:

Kalender Ellende

Code:E6XJZUU7 

https:

https:

https:

https:

https:

https:

https:

https:

https:

https:

https:

https:

https:

https:

https:

https:

https:

https:

https:

https:

https:

https:

https:

https:

In een uur zitten hoeveel minuten?

1. 30
2. 60
3. 100
4. 120

In een minuut zitten hoeveel seconden?

1. 100
2. 45
3. 20
4. 60

Hoeveel minuten zitten in een kwartier?

1. 15
2. 30
3. 45
4. 25

Hoe schrijf je negen uur in de avond in digitale tijd?

1. 09.00
2. 22.00
3. 21.00
4. 10.00

Hoe schrijf je kwart over drie (middag) in digitale tijd?

1. 03.15
2. 03.45
3. 15.45
4. 15.15

Hoeveel maanden heeft 1 jaar?

1. 12
2. 24
3. 10
4. 30

Welke maand heeft niet altijd evenveel dagen?

1. Januari
2. Februari
3. Augustus
4. September

Waarom heeft deze maand niet elk jaar hetzelfde aantal dagen?

Hoeveel uren duurt een dag?

1. 12
2. 24
3. 48
4. 6

Hoeveel weken duurt 1 maand?

1. 1
2. 3
3. 4
4. 5

Hoeveel maanden is een kwartaal?

1. 4
2. 3
3. 5
4. 6

Hoeveel jaar is een eeuw?

1. 100
2. 12
3. 50
4. 10

Wat heb je van deze lessencyclus geleerd?