Herhaling H7

1 / 40
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Hoe kun je materialen
verbinden?
A
Wegnemen van materiaal met gereedschap
B
Met schroeven of bouten vastmaken
C
Mengen van materialen
D
Aan elkaar lijmen van materialen

Slide 6 - Quiz

Welke bewerkingen
zijn verspanend?

A
boren, zagen
B
vijlen
C
schaven
D
buigen

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Een composiet is een combinatie van verschillende materialen:
A
Daardoor wordt het mooier.
B
Die materialen zijn altijd metalen.
C
Hierdoor krijg je een sterker materiaal.
D
Dan past beter bij elkaar.

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Een grondstof is het eindproduct in een productieproces.
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quiz

Wat is in het productieproces van koperdraad het halfproduct?
A
koper
B
koperdraad
C
koperen staaf
D
kopererts

Slide 18 - Quiz

Welke maatregelen kunnen worden genomen om de negatieve gevolgen van productie op het milieu te verminderen?
A
Gebruik van duurzame energie
B
Verhoging van afvalproductie
C
Toename van giftige emissies
D
Recycling van materialen

Slide 19 - Quiz

Hoe kan een milieuvriendelijk productieproces bijdragen aan een positief effect op het milieu?
A
Minder afvalproductie
B
Energiebesparing
C
Toename van broeikasgassen
D
Meer waterverbruik

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Groen afval
plastic afval
Klein chemisch Afval
Glas afval
rest afval
Soorten afval

Slide 26 - Drag question

Recyclen
Hergebruik
Cola fles
Auto op marktplaats
Oude krant
Boodschappentas
Kringloopwinkel
Bananenschil
Kapotte televisies

Slide 27 - Drag question

Niet gebruiken
Opnieuw gebruiken
Recyclen
Je koopt geen nieuwe trui, want je hebt er al vijf in je kast
Je ruilt een boek dat je hebt gelezen met een vriend
Je gooit glas in de glasbak

Slide 28 - Drag question

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Wat is de eenheid die wordt gebruikt om het volume te meten?
A
De eenheid is gram.
B
De eenheid is kubieke centimeter (cm³).

Slide 33 - Quiz

Hoe bepaal je het volume met de onderdompelmethode?
A
Door het verschil in waterpeil te meten.
B
Door te wegen op een weegschaal.

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Wat is de formule voor het berekenen van dichtheid?
A
Temperatuur x Tijd
B
Massa / Volume
C
Gewicht / Oppervlakte
D
Lengte x Breedte x Hoogte

Slide 38 - Quiz

Slide 39 - Slide

Sleep  naar de vakken drijven, zweven of zinken
Drijven
Zweven
Zinken
Rubber in
zeewater
Rubber in
kwik
Ijs in
olie
Ijs in
zeewater
Balsahout in olie
Koper in
zeewater
Koper in
kwik
Rubber in
alcohol
Ijs in 
alcohol

Slide 40 - Drag question