HAVO 3 Regelmatige werkwoorden

Regelmatige werkwoorden
op -ER / RE / IR
1 / 35
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Regelmatige werkwoorden
op -ER / RE / IR

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Je kunt de regelmatige werkwoorden op - ER / RE / IR vervoegen in de présent / passé composé 

Slide 2 - Slide

Programma
  1. Bestudeer de uitleg-dia's
  2. Vind je vervoegen met être lastig? Kijk dan naar het instructiefilmpje
  3. Even oefenen
  4. Evaluatie
  5. Differentiatie

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(travailler / présent ) ik werk

Slide 5 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(parler / imparfait ) wij praatten

Slide 6 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(chanter / passé composé) jij hebt gezongen

Slide 7 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(danser / futur simple) jullie zullen dansen

Slide 8 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(raconter / conditionnel ) hij zou vertellen

Slide 9 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(parler / passé composé) jij hebt gepraat

Slide 10 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(travailler passé composé) wij hebben gewerkt

Slide 11 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(danser présent) zij (v) dansen

Slide 12 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(arriver / passé composé) zij is aangekomen

Slide 13 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(rester) zij (m) zijn gebleven

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(vendre / présent) zij verkoopt

Slide 16 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(rendre / futur proche ) wij gaan teruggeven

Slide 17 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(attendre / futur) ik zal wachten

Slide 18 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(vendre / passé composé) zij (v) hebben verkocht

Slide 19 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(rendre / imparfait) jij gaf terug

Slide 20 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(vendre / passé composé ) ik heb verkocht

Slide 21 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(attendre / conditionnel) jullie zouden wachten

Slide 22 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(rendre / présent) zij (m) geven terug

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(rougir présent) zij wordt rood

Slide 26 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(grandir / imparfait) hij groeide op

Slide 27 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(choisir / futur simple) ik zal kiezen

Slide 28 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(finir / présent) zij (m) beëindigen

Slide 29 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(réusir / présent) jullie slagen

Slide 30 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(finir / imparfait) wij beëindigden

Slide 31 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(choisir / futur proche) jullie gaan kiezen

Slide 32 - Open question

Vertaal in het Frans. Gebruik alleen kleine letters.

(réussir / passé composé) zij (m) zijn geslaagd

Slide 33 - Open question

Wat ga je nu doen?
Je leert de werkwoorden op -ER / -RE / -IR in de ...
Futur 
Présent
Imparfait
Passé composé

Je oefent op www.verbuga.eu (zie volgende dia)

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Link