Les 2: Wederkerende werkwoorden + bron B

Bienvenidos a la clase de español
1 / 20
next
Slide 1: Slide
SpaansVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Bienvenidos a la clase de español

Slide 1 - Slide

We starten in 5 minuten met de les.

Slide 2 - Slide

¿Qué vamos a hacer hoy?
A. Opstarten: les en absentie
B. Doornemen: Los verbos reflexivos (De wederkerende werkwoorden)
C. Doornemen: Woordenschat Bron B
E. Afsluiting


Después de la clase...
Ken je de toepassing van wederkerende werkwoorden.
Ken je de woorden van Bron B
 

Los deberes para la próxima clase:
Lezen: Bron B pagina pagina 52
Maken: opdracht 10 a, b en c pagina 14 & 15
Lesprogramma

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Vocabulario
pagina 73
Je kan de nummers vinden op pagina 73.

Slide 5 - Slide

Vocabulario
Doornemen: Bron B
pagina 52

Slide 6 - Slide

Combineer de Spaanse woorden met de Nederlandse vertaling
la cabeza
necesario
el veneno
la fiebre
el jabón
el movimiento
de beweging
het hoofd
het gif
nodig
de koorts
de zeep

Slide 7 - Drag question

Los verbos reflexivos
pagina 13
Je kan de uitleg pagina 13.
De wederkerende werkwoorden

Slide 8 - Slide

Los verbos reflexivos
Het zijn gewoon werkwoorden zoals je ze al kent +se. (verbo + se/ ww + zich) 
Het stukje se dien je dus nog extra te vervoegen.
Los verbos reflexivos
pagina 13
Je kan de uitleg pagina 13.

Slide 9 - Slide

levantarse ( yo)
(tegenwoordige tijd)
pagina 13
Je kan de uitleg pagina 13.

Slide 10 - Open question

Verbos reflexivos
pagina 13
Je kan de uitleg pagina 13.

Slide 11 - Slide

Kortom:
Je haalt (se) even weg en vervoegt het werkwoord 
gewoon zoals je altijd al gedaan hebt! 
Je zorgt dat je me, te, se, nos, os, se nog toevoegt! 

LET OP: Sommige werkwoorden zijn in het Spaans wel wederkerend maar in het Nederlands niet.
vb: levantarse (opstaan), llamarse (heten), despertarse (ie) (wakker worden) acostarse (ue) (naar bed gaan).

pagina 13
Je kan de uitleg pagina 13.

Slide 12 - Slide

Presente
presente perfecto
Pretérito indefindo
Pretérito imperfecto
me relajo
me he relajado
me relajé
me relajaba
te relajas
te has relajado
te relajaste
te relajabas
se relaja
se ha relajado
se relajó
se relajaba
nos relajamos
nos hemos relajado
nos relajamos
nos relajábamos
os relajáis
os habéis relajado
os relajasteis
os relajabais
se relajan
se han relajado
se relajaron
se relajaban 
relajarse (zich ontspannen)

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video


Slide 15 - Open question

Rellena con la forma correcta
1. Nosotros _________________(levantarse) a las siete y cuarto.
2. Yo siempre __________________(ducharse) a las siete y media.
3. ¿Cómo ____________________(llamarse) vosotros?
4. ¿A qué hora _____________________(despertarse) José?
5. Antes de comer ____________________(lavarse, tú) las manos.
6. Yo __________________(vestirse) para la fiesta.
7. Ese señor de ahí ____________________(llamarse) señor Lopez.
8. En las vacaciones de navidad mis padres ____________________(quedarse) en casa
Let op: sommige werkwoorden hebben ook nog een klinkerwisseling!
pagina 13
Je kan de uitleg pagina 13.

Slide 16 - Slide


Wat heb je van 
deze les geleerd?

Slide 17 - Open question


Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Los deberes
Het huiswerk

Lezen: Bron C
Leren: Bron B pagina pagina 142
Maken: opdracht 10 a, b en c pagina 14 & 15

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide