PO Toets bespreken + intro PO

Vandaag
• 10 vragen toets bespreken+ Cijfers/toetsen teruggeven.
• Vragenlijst: waar ligt het aan
• Over twee weken een herkansing
• Maak groepjes van 3
• Keuze 1-2-3 met je groepje over welke boerderij je wilt:






1 / 45
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 45 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vandaag
• 10 vragen toets bespreken+ Cijfers/toetsen teruggeven.
• Vragenlijst: waar ligt het aan
• Over twee weken een herkansing
• Maak groepjes van 3
• Keuze 1-2-3 met je groepje over welke boerderij je wilt:






Slide 1 - Slide

Toets bespreken

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

wat is het begin en eindpunt van de vraag?

Slide 4 - Slide

wat is het begin en eindpunt van de vraag?

Slide 5 - Slide

wat is het begin en eindpunt van de vraag?

De eencellige alg  -  voordeel kan zijn Amphisolenia bidentata 

Slide 6 - Slide

Voorkennis: Wat kan een alg wat een bacteriën niet kan?

De eencellige alg  -  voordeel kan zijn Amphisolenia bidentata 

Slide 7 - Slide

Voorkennis: Wat kan een alg wat een bacteriën niet kan?

De eencellige alg  -  voordeel kan zijn Amphisolenia bidentata 

Slide 8 - Slide

Voorkennis: Wat kan een alg wat een bacteriën niet kan?

De eencellige alg  -  voordeel kan zijn Amphisolenia bidentata 

Slide 9 - Slide

Fotosynthese: de alg maakt organische stoffen/glucose. 

De eencellige alg  -  voordeel kan zijn Amphisolenia bidentata 

Slide 10 - Slide

De eencellige alg kan dmv fotosynthese organische stoffen maken wat een voordeel kan zijn Amphisolenia bidentata 

Slide 11 - Slide

Begin: het organisme is ....
Einde: waaruit chloroplasten zijn ontstaan

Slide 12 - Slide

het organisme is de cyanobacteriën / fotoautotrofe prokaryoten waaruit chloroplasten zijn ontstaan

Slide 13 - Slide

De wetenschappelijke naam van een organisme bestaat altijd uit een geslachtsnaam en een soortnaam. Geslachtsnaam beginnend met een hoofdletter (bijv. Rosa) gekoppeld aan de soortnaam, beginnend met een kleine letter (bijv. canina). 
Rosa canina - Hondsroos

Slide 14 - Slide

geslachtsnaam: anders 
soortnaam: hetzelfde maar het is al een ander geslacht
Dus: niet hetzelfde geslacht of soort

Slide 15 - Slide

geslachtsnaam: anders 
soortnaam: hetzelfde maar het is al een ander geslacht
Dus: niet hetzelfde geslacht of soort
B

Slide 16 - Slide

blz. 40 in je boek of LessonUp

Slide 17 - Slide

Homologen organen zijn ontstaan uit dezelfde grondvorm (bvj)

Slide 18 - Slide

Homologen organen zijn ontstaan uit dezelfde grondvorm (bvj)
3,(4,)5,6,7

Slide 19 - Slide

Omschreef de theorie over gemeenschappelijke afstamming van soorten

1: klopt
2: niet. Mutaties is genetisch. Daar was geen weet van. 
3: niet. Darwin wist niets over genotypes 

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Evolutievragen 
  • variatie: Door mutatie zijn niet-vliegende individuen ontstaan/ als gevolg van genetische variatie waren er ook niet-vliegende vogels
  • selectie: niet-vliegen geeft een selectievoordeel / vliegen geeft een selectienadeel
  • voortplanting: met de reden dat er geen op de grond levende predators voorkwamen/ dat niet-vliegen minder energie vergt, waardoor ze meer nakomelingen konden krijgen

Slide 22 - Slide

Evolutievragen 
  • variatie
  • selectie
  • voortplanting

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

een grotere kans om het doorgeven van de eigen genen aan de volgende generaties/ het produceren van meer vruchtbare nakomelingen/ het krijgen van meer nakomelingen

Slide 25 - Slide

mkclds

Slide 26 - Slide

mkclds

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Stukje uit de tekst:
"De hybriden zijn onvruchtbaar. Zij komen in deze ecosystemen steeds in kleine aantallen voor. In afbeelding 3 is deze relatie tussen brasem en kolblei in een model weergegeven. "
Het juiste model is model 3.
In de verklaring voor de keus voor model 3 wordt genoemd dat mutaties/genetische variaties meestal leiden tot ontwikkeling in verschillende richtingen (wanneer isolatie plaatsvindt).
Een argument betreffende model 1 is dat de hybriden onvruchtbaar zijn.
Een argument voor model 2 is dat daar een ontwikkeling in dezelfde richting plaatsvindt en dat dat niet kenmerkend is voor mutaties/hybriden zijn onvruchtbaar.
- Voor model 3 met juiste uitleg 1p
- Voor de juiste uitleg van model 1 of van model 2 1p
Opmerking
Voor het noemen van een model zonder uitleg geen punt toekennen.

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

E/p = egaal, e/q = gevlekt
1221 egaal ->       1469 – 1221 = 248 gevlekt.
frequentie aa: 248/1469 = 0,1688 = q2.
q = √0,1688 = 0,41 ->  p = 0,59 
P: Gevlekt ♂: ee  x Ongevlekt
Kan alleen gevlekt jong krijgen als ♀ heterozygoot is. 
 vrouwtje p2 = 0,3481
 vrouwtje 2pq = 2 . 0,59 . 0,41 = 0,4838
kans dat moeder heterozygoot is = 2pq/(p^2+ 2pq) 
0,4838 / (0,3481 + 0,4838) = 0,5816 
Dan kans op gevlekt jong: ½ bij heterozygoot vrouwtje
Totale kans: ½ x 0,5816 = 0,2908 = 29,1%. 


Slide 31 - Slide

Vandaag
• 10 vragen toets bespreken+ Cijfers/toetsen teruggeven.
Vragenlijst: waar ligt het aan
• Over twee weken een herkansing
• Maak groepjes van 2
• Keuze 1-2-3 met je groepje over welke boerderij je wilt:






Slide 32 - Slide

Slide 33 - Link

PO Mens en milieu

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Waarom een boerderij
  • Meer autonomie/zelfstandigheid
  • Minder abstract
  • koppeling aan de praktijk

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Slide

vandaag
• Cijfers/toetsen teruggeven.
• 10 vragen toets bespreken
• Vragenlijst: waar ligt het aan
• Over twee weken een herkansing
• Maak groepjes van 3
• Keuze 1-2-3 met je groepje over welke boerderij je wilt:






Slide 43 - Slide

Slide 44 - Link

Begin: het organisme is ....
Einde: waaruit chloroplasten zijn ontstaan

Slide 45 - Slide