Schrijfvaardigheid: les 2

Welkom!

timer
10:00
Ga rustig zitten, pak je leesboek en start met lezen!
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!

timer
10:00
Ga rustig zitten, pak je leesboek en start met lezen!

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?

  • Terugblik
  • Lesdoelen
  • Uitleg theorie
  • Uitleg schrijfdossieropdracht 3
  • Werken aan schrijfdossieropdr. 3
  • Afsluiten

Slide 2 - Slide

Terugblik
  • Uitleg schrijfdossier

  • Uitleg betoog + bouwplan

  • Begin schrijfdossieropdracht 2

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van dit uur...

  • .. weet je hoe je een goede inleiding en slot 
          moet schrijven voor jouw betoog.

Slide 4 - Slide

Opbouw van een betoog
Inleiding bestaat uit twee alinea’s:
Functie 1: De lezer nieuwsgierig maken (anekdote, voorbeeld, actualiteit, geschiedenis)
Functie 2: Onderwerp introduceren + standpunt noemen

Middenstuk:
Deelonderwerpen worden uitgelegd met voorbeelden
Signaalwoorden: ten eerste, daarnaast, ook, verder

Slot:
Hoofdgedachte herhalen 
Conclusie en samenvatting (gebruik signaalwoorden: kortom, dus, al met al)

Slide 5 - Slide

Inleiding: alinea 1

Slide 6 - Slide

Inleiding: alinea 2

Slide 7 - Slide

Inleiding: controle!
Controleer je inleiding aan de hand van de checklist:

  1. De eerste alinea van de inleiding maakt de lezer nieuwsgierig door iets uit de actualiteit of uit de geschiedenis, door een voorbeeld of door iets van persoonlijk belang voor de lezer te noemen.
  2. In de tweede alinea staat wat het onderwerp is.
  3. In de tweede alinea wordt de hoofdvraag gesteld, 
       een probleem geformuleerd of een standpunt gegeven

Slide 8 - Slide

Slot: hoofdgedachte

Slide 9 - Slide

Slot: signaalwoorden en uitsmijter

Slide 10 - Slide

Inleiding: controle!
Controleer je slot aan de hand van de checklist:

  1. In het slot staat de hoofdgedachte van de tekst, eventueel in de vorm van een conclusie.
  2. Het slot beantwoordt de hoofdvraag, geeft een oplossing voor het probleem of een herhaling van het standpunt.
  3. Het slot geeft mogelijk een aanbeveling of een toekomstverwachting.
  4. De slotzin is zo mogelijk een uitsmijter.

Slide 11 - Slide

Algemene controle!
Controleer je inleiding en slot op de formulering:

  • Past de woordkeuze bij de doelgroep?
  • Past de woordkeuze bij de tekstsoort?
  • Is er variatie in woordgebruik?
  • Is er variatie in zinsbouw?
  • Is de formulering duidelijk en aantrekkelijk?

Slide 12 - Slide

Aan de slag in tweetallen
  • Schrijfdossieropdracht 3
  • Werk verdelen (inleiding + slot)
  • Begin maken in de les
  • Bouwplan op papier uitwerken
  • Thuis op computer of in je schrift inleiding en slot uitschrijven
  • Af en mee naar de les op papier, in je eigen (dossier)mapje op vrijdag 13 december a.s.

Slide 13 - Slide

Evaluatie
  • Doel behaald? 
      
  • Lesinhoud?

  • Hoe verlaat je de les? Vrolijk, neutraal of moe?

Slide 14 - Slide