BS 1 skelet
1 / 11
Lesson duration is: 10 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Zet in de goede volgorde,
van boven naar beneden.
1
2
3
4
4
borstwervel
heiligbeen
halswervel
lendenwervel
staartbeen
Slide 2 - Drag question
Hoe heet deel 2?
A
schedel
B
onderkaak
C
bovenkaak
Slide 3 - Quiz
Hoe heet deel 18?
A
schouderblad
B
borstbeen
C
opperarmbeen
D
rib
Slide 4 - Quiz
Hoe heet deel 5?
A
schouderblad
B
borstbeen
C
opperarmbeen
D
rib
Slide 5 - Quiz
Hoe heet deel 21?
A
Heiligbeen
B
Heupbeen
C
Dijbeen
D
spaakbeen
Slide 6 - Quiz
Hoe heet deel 24 ?
A
Scheenbeen
B
Knieschijf
C
Kuitbeen
D
Voetwortelbeentjes
Slide 7 - Quiz
Hoe heet deel 11?
A
Vingerkootjes
B
Handwortelbeentjes
C
Ellepijp
D
Middenhandsbeentjes
Slide 8 - Quiz
Hoe heet deel 14?
A
Scheenbeen
B
Middenvoetsbeentjes
C
Teenkootjes
D
Kuitbeen
Slide 9 - Quiz
Teenkootjes
Dijbeen
scheenbeen
1.
2.
3.
Slide 10 - Drag question
Ireen is gevallen tijdens het schaatsen. Gelukkig had ze alleen wat blauwe plekken en schaafwonden. Welke functie van het skelet zorgde ervoor dat Ireen geen andere verwondingen had?
A
Het skelet beschermt de organen.
B
Het skelet geeft stevigheid.
C
Het skelet geeft vorm aan het lichaam.
D
Het skelet maakt bewegingen mogelijk.
