28. Vaardigheid Schrijven

PLANNING VAN DE LES
1.  
2.  
3.  
4.  

LEERDOELEN
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

PLANNING VAN DE LES
1.  
2.  
3.  
4.  

LEERDOELEN

Slide 1 - Slide

VAARDIGHEDEN: SCHRIJVEN
Taalblokken 4. Je moet niveau 3F Vaardigheden | Verkort hebben, hoofdstuk 3: schrijven. 

Je krijgt vandaag theorie over 3.3. Inleiding, kern, slot en 3.4 Samenhang. Totaal: § 3.1 t/m § 3.8 + opdrachten. Strategie(ën) en Theorie(ën) goed doornemen/leren. 




Slide 2 - Slide

INLEIDING, KERN, SLOT

Slide 3 - Slide

1. INLEIDING/KERN/SLOT
Alle goede teksten en gesprekken kennen een inleiding, kern en slot. 

Sommige tekstsoorten hebben een titel, zoals het artikel. 

Sommige hebben een afsluiting, zoals een webartikel, ingezonden brief, klachtenbrief en sollicitatiebrief. 


► Hebben de klachtenbrief en de sollicitatiebrief een titel? 

Slide 4 - Slide

1a. INLEIDING
Een inleiding heeft een functie en soms meer dan één: 
- je vertelt wat er gaat komen, wat de lezer kan verwachten;
- je prikkelt het publiek, waardoor het doorleest of blijft luisteren.
Kortom, je trekt de aandacht. 

Dat kan je heel vaak doen door een anekdote
  • Bij gesprekken: "Wat me nu is overkomen!"
  • In teksten: 'Laatst was ik bij mijn buurvrouw...' Vervolgens kan de tekst alle kanten opgaan. Laat je de buurvrouw spreken? Of zag/hoorde je zelf iets? 

Slide 5 - Slide

1b. KERN - de hele boodschap
In de kern of het middenstuk vertel jij je boodschap. 

Dat doe je door die boodschap in alinea's te zetten: elk (deel)onderwerp krijgt er één. Helemaal voor zichzelf. 

De volgorde is belangrijk. Wat ga je eerst vertellen/schrijven? 


Slide 6 - Slide

KERN - de hele boodschap
In de kern of het middenstuk vertel jij je boodschap. 

Soms willen ze een tussenkopje (alineatitel) zien, zoals in het artikel of een betoog. Bij de meeste andere tekstsoorten níet, zoals de ingezonden brief. 

Het doel van een tussenkopje is dat het de leesbaarheid bevordert. Dit werkt vooral bij lange teksten. 
  
►Gebruik jij tussenkopjes in een sollicitatiebrief?  

Slide 7 - Slide

1c. SLOT
.. heeft ook een functie, vier maar liefst. Een combinatie komt veel voor. 

1. je vat jouw tekst samen. 
'Ik wil hiermee zeggen dat ...'
2. je geeft als schrijver een eigen conclusie. 
'Dus, kortom, met andere woorden'.
3. je werpt een blik op de toekomst. 
'Dit betekent dat we in de toekomst...'
4. je stelt een vraag. 
'Betekent dit dat we x moeten doen?'


Slide 8 - Slide

TIPS
Ken de functies van de inleiding, de kern en het slot. 

Ken de tekstsoorten en de signaalwoorden die erbij passen. 

Begin met het herkennen van de tekstsoort/het tekstdoel. 
1. informatief → een artikel bijv. Kenmerk: droog, feitelijk.
2. instructief → een handleiding bijv. Kenmerk: stappenplan, gebiedende wijs.
3. activerend → een reclame bijv. Kenmerk: je moet wat doen.
4. betogend → een ingezonden brief bijv. Kenmerk: de schrijver wil jou overtuigen.

Slide 9 - Slide

SAMENHANG

Slide 10 - Slide

OVER DE EINDTOETS VAN VAARDIGHEID 3 (SCHRIJVEN)
Maak de opdrachten af; je hebt vier weken om je op deze toets voor te bereiden. Het is van belang dat je dan alle opdrachten afhebt.



Slide 11 - Slide

EINDE VAN DEZE LES

Slide 12 - Slide