Herhalingsles 2

1 / 22
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Deze Les:
  • Nakijken mindmap paragraaf 6 en 7
  • Oefenvragen over hoofdstuk 1
  • Wat moet er nog uitgelegd worden?
  • Proefwerk voorbereiden.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

De schaal is 1:500.000
Twee plaatsen liggen 3 cm uit elkaar.
Hoeveel km liggen ze uit elkaar?
A
1.500.000 km
B
1.500 km
C
150 km
D
15 km

Slide 5 - Quiz

Twee plaatsen liggen op een kaart 4 cm uit elkaar.
In werkelijkheid liggen ze 8 km uit elkaar.
De schaal is 1: 200.000
A
goed
B
fout

Slide 6 - Quiz

Bereken het BNP/hoofd.
aantal inwoners 20
inkomen 1.000 euro
BNP/hoofd = inkomen/aantal inwoners
A
20.000 euro
B
0,02 euro
C
50 euro
D
?

Slide 7 - Quiz

De BRIC-landen zijn
A
achterblijvers
B
koplopers
C
volgers

Slide 8 - Quiz

Rusland is een koploper
A
goed
B
fout

Slide 9 - Quiz

Je kijkt naar de levensverwachting, alfabetiseringsgraad en de koopkracht. Je meet ...
A
welvaart
B
welzijn

Slide 10 - Quiz


A
Formele sector
B
Informele sector

Slide 11 - Quiz


A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector

Slide 12 - Quiz


A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector

Slide 13 - Quiz


A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector

Slide 14 - Quiz

Hoe noemen we verschillen in welvaart tussen mensen?
A
regionale ongelijkheid
B
sociale ongelijkheid

Slide 15 - Quiz

Wat is een multinational?
A
Een bedrijf dat zijn hoofdkantoor in Nederland heeft.
B
Een bedrijf dat in veel landen een fabriek of kantoor heeft.
C
Een groot exporteur van Nederlandse landbouwproducten.
D
Een Nederlandse bank die veel geld steekt in Amerikaanse bedrijven.

Slide 16 - Quiz

Wat is een mainport?
A
Belangrijke haven waar veel containerschepen worden gelost.
B
Een groot vliegveld als Schiphol waar veel vliegtuigen landen en opstijgen.
C
Haven of vliegveld, een grote rol spelend in het internationale vervoer.
D
Een haven of vliegveld belangrijk voor het binnenlands vervoer.

Slide 17 - Quiz

Welk begrip hoort bij de volgende omschrijving?
‘De bevolking is goed opgeleid en spreekt meerdere talen.’
A
distributieland
B
achterland
C
infrastructuur
D
vestigingsplaatsfactor

Slide 18 - Quiz

Uitvoer = export
A
goed
B
fout

Slide 19 - Quiz

Als een land voor meer geld exporteert dan importeert is de handelsbalans positief.
A
goed
B
fout

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Mind map

Nu doen:
  • mindmap paragraaf 6 en 7 aanpassen
  • Regel uitleg
  • Proefwerk voorbereiden.
Huiswerk:
  • Leer voor het proefwerk (par. 2, 3, 6, 7 en de vaardigheden van hoofdstuk 1)

Slide 22 - Slide