Over taal blok 2

Weet jij de betekenis van alle woorden uit blok 2?
- Examenwoorden
- Schooltaalwoorden
- Vakjargon
- Spreekwoorden en uitdrukkingen
Over Taal
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Weet jij de betekenis van alle woorden uit blok 2?
- Examenwoorden
- Schooltaalwoorden
- Vakjargon
- Spreekwoorden en uitdrukkingen
Over Taal

Slide 1 - Slide

Wat betekent afzwakken?
De winst zwakt af.
A
alles wat er in de tekst staat
B
belangrijkste
C
minder sterk worden
D
laten zien

Slide 2 - Quiz

Wat betekent het woord handelen?
Hoe moet je handelen om meer klanten te trekken?
A
uitleg
B
laten zien
C
doen
D
ook nog, daarbij

Slide 3 - Quiz

Wat betekent het woord accommodatie?
A
vaccinatie
B
inenting
C
pas ontstaan
D
plek met voorzieningen

Slide 4 - Quiz

Wat betekent interactief?
A
ellendig
B
doeltreffend
C
pas ontstaan
D
waarbij je reageert op elkaar

Slide 5 - Quiz

Maak een bijvoeglijk naamwoord van "effect" in de volgende zin:
De ……..maatregelen

Slide 6 - Open question

Maak een bijvoeglijk naamwoord van "schrijnt" in de zin:
De ……….brandwond

Slide 7 - Open question

Bij welk beroep horen de volgende woorden:
katheter, diagnose, bloeddruk, revalidatie, injectie

Slide 8 - Open question

Wat betekent een "sleutel" voor een automonteur en wat voor een makelaar?

Slide 9 - Open question

Er zit een ….... bij hem los
A
bel
B
golflengte
C
hangijzer
D
schroefje

Slide 10 - Quiz

De …….. slaan bij hem door.
A
bijl
B
stoppen
C
wig
D
ketel

Slide 11 - Quiz

Wij zitten op dezelfde …….
A
golflengte
B
rolletjes
C
stoom
D
ketel

Slide 12 - Quiz

Wat zijn leenwoorden?

Slide 13 - Mind map

Huiswerk
- Maak alle opdrachten van Over Taal blok 3

Slide 14 - Slide